User manual
122
n) Wisselspanningsmeting met laagdoorlaatlter “LPF”
HetDMMkanviademeetfunctie“LPF”stoorsignalenbovende1kHzuitlterendiemogelijksdebovenhandkrijgen
ophetmeetsignaal.Dezestoorsignalenkunnentotfoutemetingenleiden.HetDMMltertdezeenkanzohetzuivere
spanningssignaal meten. De volgende afbeelding toont het werkingsprincipe:
Voor het meten van wisselspanningen met LPF-functie gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies de meetfunctie “V ”.
Ophetschermverschijnt“AC”endeeenheid“V”.
- Drukopde toets“SELECT”omde laagdoorlaatlterte
activeren. In het display verschijnt het LPF-symbool. Au-
to-Range wordt gedeactiveerd. De meetbereiken kunnen
echter handmatig via toets “RANGE” worden geselec-
teerd.
- Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (E), de zwarte
meetleiding in de COM-meetbus (D).
- Maak nu met de beide meetstiften parallel met het meet-
object (generator, schakeling, enz.).
- De spanningsmeetwaarde wordt op het hoofdscherm en
de frequentie op het kleine subscherm weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetleidingen van het meetob-
ject en schakel de DMM uit.
10. Bijkomende functies
Via de functietoetsen (G) kunnen verschillende bijkomende functies
worden geactiveerd. Bij elke druk op de toets wordt een akoestisch
geluidssignaal ter bevestiging weergegeven.
a) SELECT-functie
Meerdere meetfuncties zijn van subfuncties voorzien. De subfuncties zijn rood gemarkeerd. Om deze te selecteren
druktuopdetoets“SELECT”.Metelkekeerdrukkenschakeltueensubfunctieverder.










