User manual

112
23 Symbool voor lage impendantie
24 Symbool voor gelijkstroom ( )
25 Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (minpool)
26 Symbool voor wisselstroom ( )
27 Meetwaarde is AC+DC gekoppeld
28 Waarschuwingssymbool voor gevaarlijke spanning of bijkomend waarschuwingssymbool bij meetbereikover-
schrijding
REL Toets voor relatieve metingen (=referentiewaardemeting)
SELECT Toets voor omschakeling van subfuncties
RANGE Toets voor manuele meetbereikselectie
MAX MIN Toets voor maximum- en minimumwaarde-opslag
HOLD Toets voor het vasthouden van de actuele meetwaarde
PEAK Piekwaardeopslag (250 µs impulsbepaling)
OL Overload = overbelasting; het meetbereik werd overschreden
OFF Schakelstand“Meetapparaatuit”
Symbool voor de diodetest
Symbool voor de akoestische doorgangsmeter
Symbool voor het capaciteitsmeetbereik
Symbool voor wisselstroom
Symbool voor gelijkstroom
COM Meetaansluiting referentiepotentieel
mV Meetfunctie spanningsmeting, Millivolt (exp.-3)
V Meetfunctie spanningsmeting, Volt (eenheid van elektrische spanning)
A Meetfunctie stroommeting, Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA Meetfunctien stroommeting, Milli-ampère (exp.-3)
µA Meetfunctie stroommeting, Micro-ampère (exp.-6)
Hz% Meetfunctie frequentie, Hertz (eenheid van de frequentie) en pulsduurverhouding in %
Ω Meetfunctieweerstand,Ohm(eenheidvanelektrischeweerstand)
Motor Meetfunctie 3-fasen-draairichtingsweergave
LPF LaagdoorlaatlterfunctievoorhetlterenvanhoogfrequentestoringenbijAC-V-meting
AC+DC Wissel- en gelijkstroomgekoppelde meetfunctie
Toets voor de uitschakeling van de automatische verlichting voor het scherm
Toets voor LED-lamp
Symbool voor gebruikte zekeringen