User manual
58
h) Stroommeting
Omsluit met de stroomtang altijd slechts één kabel (afb. 1). Als u meerdere kabels
omsluit, krijgt u geen meetresultaat.
Door het permanente magnetisme van de stroomsensor, kan bij het meten van de stroom een
geringe stroom op het LCD-display worden weergegeven, ook als er geen kabel wordt
omsloten.
Bij overow wordt "OL" op het LCD-display weergegeven.
1. Bepaal met behulp van de stelknop de meetwaarde (2A~, 20A~, 200A~). In de weergave
beginnen de controleweergaven < A > en < AC > te branden. Het product is gereed voor
het meten.
2. Open met de tangopeningshendel (8) de tang (1), omsluit de kabel (waaraan u de meting
wilt uitvoeren) en sluit de tang langzaam en volledig.
- De pijl
en op de tang geeft het geometrische midden aan, waardoor de kabel bij
voorkeur dient te worden geleid.
3. De gemeten stroom wordt op het LCD-display weergegeven.
- Bij het overschrijden van het meetbereik (200 A~) hoort u geluidssignalen.
4. Open na het meten de tang weer en verwijder voorzichtig de kabel.
5. Schakel de stroomtang na gebruik uit.
Afb. 1










