User manual

50
c) Energie besparen
Om energie te besparen, schakelt de stroomtang na ca. 15 minuten inactiviteit automatisch
uit. Druk op de lichtknop of de knop MAXH, om de stroomtang te activeren.
De automatische uitschakeling kan worden uitgeschakeld. Schakel de stroomtang uit. Druk
op de knop HOLD en houd deze ingedrukt en schakel de stroomtang aan. De automatische
uitschakeling is uitgeschakeld.
- Als alternatief kunt u de automatische uitschakeling deactiveren, door de stroomtang na
het automatische uitschakelen met de knop HOLD te activeren.
- Om de automatische uitschakeling weer te activeren, draait u de stelknop op OFF en
schakelt u de stroomtang hernieuwd in.
d) HOLD-functie
Met de HOLD-functie wordt de actuele meetwaarde in de weergave getoond en de meting
onderbroken.
Activeer de functie door op de knop HOLD (8) te drukken. Deactiveer het door er nogmaals
op te drukken.
Terwijl de functie geactiveerd is, begint de weergave van de controleweergave <
> te
branden.
Na het deactiveren van de functie kunt u doorgaan met het meten.
e) Maximumwaarde vaststellen
Met de maximumwaarde-functie wordt de telkens hoogste gemeten waarde geregistreerd
en weergegeven.
Activeer de functie door op de knop MAXH (7) te drukken. Deactiveer het door er nogmaals
op te drukken.
Terwijl de functie geactiveerd is, begint de weergave van de controleweergave <
MAXH
>
te branden.
f) Stroommeting
Omsluit met de stroomtang altijd slechts één kabel. Als u meerdere kabels omsluit, krijgt
u geen meetresultaat.
Door het permanente magnetisme van de stroomsensor, kan bij het meten van de stroom
een geringe stroom op het LCD-display worden weergegeven, ook als er geen kabel
wordt omsloten.
Bijoverowwordt"OL"ophetLCD-displayweergegeven.