User manual
74
f) Continuïteitscontrole
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
• Sluit het zwarte meetsnoer aan de COM-bus „8“ en het rode
DC
AC
DC
AC
V
meetsnoer aan bus V, Ω, „7“ aan.
• Zet het instelwiel „4“ op het bereik „ „ en de schuifscha-
kelaar „5“ op „DC, , Ω“
• Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject
• Bij een weerstandswaarde tot 40 ohm weerklinkt een pieptoon
g) Batterijtest
• Om de capaciteit van een batterij te testen, sluit u de zwarte meetleiding aan op de COM-
bus „8“ en de rode meetleiding op de bus „V, Ω“
• Plaats het instelwieltje „4“ afhankelijk van het type batterij
DC
AC
DC
AC
V
op 1,5 V of 9 V en de schuifschakelaar „5“ op „DC“
• Houd de rode meetpunt tegen de pluspool en de zwarte
meetpunt tegen de minpool van de batterij
• De actueel gemeten capaciteit kan op de schaalaandui-
ding in de onderstaande waarden worden gelezen:
BAT Batterij defect
REPLACE Batterij moet binnenkort worden vervangen
GODD Batterij met voldoende capaciteit










