Instructions
GEBRUIKSAANWIJZING
SPANNINGSTESTER „VC-65 SE“
BESTELNR.: 2377871
BEDOELD GEBRUIK
De 2-polige spanningstester wordt gebruikt voor het meten en weergeven van gelijk- en wisselspanningen
in elektrische laagspanningscircuits. Het product bevat daarnaast een akoestische en visuele
doorgangstester, een weerstandsmeting en een RCD-test. De stroomtoevoer vindt plaats via twee
meegeleverde batterijen van het type AAA/micro.
De spanningstester voldoet aan de norm voor twee-polige spanningstesters van 12 - 1000 V/AC en
12 - 1200 V/DC, CAT III 1000 V, CAT IV 600 V tot EN 61243-3:2014/EN 60529 en beschermingsgraad IP64
(stofafzetting en spatwater). Het product is geschikt om in een vochtige of droge omgeving te gebruiken.
Het gebruik tijdens regen of neerslag is niet toegestaan. De spanningstester is ontworpen voor gebruik
door gekwaliceerde elektriciens in combinatie met persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het meetapparaat mag met open batterijvak niet worden gebruikt.
Metingen bij ongunstige omgevingsomstandigheden, zoals bijv. stof en brandbare gassen, dampen of
oplosmiddelen, zijn niet toegestaan.
Volg te allen tijde de veiligheidsvoorschriften en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing op.
Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en
productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
LEVERINGSOMVANG
• Spanningstester
• 2x batterij micro/AAA
• 2x kunststof beschermkappen
• 2x 4 mm adapter voor bevestiging op de meetsondes
• Gebruiksaanwijzing
Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de actuele gebruiksaanwijzingen via de link www.conrad.com/downloads of scan ze met behulp
van de afgebeelde QR-code. Volg de aanwijzingen op de website.
PICTOGRAMVERKLARINGEN
Een bliksem in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een
veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat.
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing.
Het pijlsymbool vindt u bij bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Bij schade veroorzaakt door het niet raadplegen en opvolgen van deze
gebruiksaanwijzing, vervalt elk recht op waarborg/garantie! Voor gevolgschade
aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid!
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk
letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de
veiligheidsvoorschriften! In dergelijke gevallen vervalt de waarborg/garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan. Demonteer het product niet.
• Het product is geen speelgoed. Wees daarom extra voorzichtig als er kinderen aanwezig zijn.
• Gebruik het product op een zodanige manier dat het buiten bereik van kinderen ligt.
• Gebruik het product nooit direct nadat u het van een koude naar een warme kamer hebt
gebracht. De condens die hierbij ontstaat, kan het product onherstelbaar beschadigen.
• Vermijd de volgende ongunstige omgevingscondities op de opstelplek of tijdens het transport:
- Koude of hitte, direct zonlicht
- Stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
- Sterke stoten, schokken
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren, dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed
zijn.
• Behandel het product voorzichtig: door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte
- kan het beschadigd raken.
• Pak tijdens een meting nooit de meetsondes beet en raak nooit direct een meetpunt aan. Dit
kan tot een elektrische schok leiden.
• Grijp tijdens de meting niet voorbij de voelbare greepmarkering.
• Vermijd het gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische velden
of zendantennes. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
• Controleer voor en na elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadigingen.
Verricht geen metingen als de beschermende isolatie is beschadigd of als het meetapparaat
op enige wijze is beschadigd.
• Wees zeer voorzichtig bij de omgang met wisselspanningen hoger dan 50 V/AC resp.
gelijkspanningen hoger dan 75 V/DC. Het aanraken van een draad onder deze spanning kan
al leiden tot een levensgevaarlijke schok.
• Het meetapparaat is alleen geschikt om in een vochtige of droge omgeving te gebruiken.
Gebruik het apparaat niet in een vochtige omgeving.
• Let er altijd op dat de meetsondes schoon zijn. Vuile of volledig verroeste meetklemmen
kunnen tot een foutieve meting leiden.
• De meetsondes mogen alleen aan de daarvoor bestemde handgrepen worden aangeraakt.
Anders loopt u het risico op een levensgevaarlijke elektrische schok.
• Overschrijd nooit de hoogste toegestane spanningswaarden. Bij het overschrijden van de
vermelde waarden wordt het product beschadigd en bestaat levensgevaar. (Zie paragraaf
„Technische gegevens“).
• De regeneratietijd die in de „Technische gegevens“ is aangegeven, moet strikt worden
nageleefd. Anders kan het product worden beschadigd.
• De aangegeven spanningswaarden zijn nominale spanningen.
• Bij een onderbroken nulleider (N) of aardleiding (PE) wordt niets weergegeven.
• Gebruik het meetapparaat alleen in de toegestane omgevingsomstandigheden (zie paragraaf
„Technische gegevens“).
• Monteer de afdekking van de meetsondes altijd als u het meetapparaat niet meer nodig hebt.
• Bewaar het meetapparaat op een droge, stofvrije plaats als u het niet meer nodig hebt.
• Bij het gebruik van de spanningstester in meetcategorie CAT III en CAT IV wordt aanbevolen
de meegeleverde kunststof beschermkappen op de meetsonde te plaatsen, om de
blootgestelde lengte van de contactpunten te reduceren. Hierdoor wordt het risico voor een
mogelijke kortsluiting tijdens het testen verkleind.
• Afhankelijk van de binnenste impedantie van de spanningstesters, zijn er bij aanwezigheid
van stoorspanning verschillende mogelijkheden met de aanduiding “Werkspanning aanwezig“
of “Werkspanning niet aanwezig“.
• Een spanningstester met relatief lage binnenste impedantie zal in vergelijking met de
referentiewaarde 100 kΩ niet alle stoorspanningen met een oorspronkelijke waarde
boven ELV aanduiden. Bij contact met de te testen onderdelen kan de spanningstester
de stoorspanningen door ontlading kortstondig tot een peil onder ELV verminderen.
Na het verwijderen van de spanningstester zal de stoorspanning echter opnieuw haar
oorspronkelijke waarde aannemen.
• Wanneer de aanduiding “Spanning aanwezig“ niet verschijnt, wordt met aandrang
aanbevolen om voor aanvang van de werkzaamheden de aardingsinrichting in te stellen.
• Een spanningstester met relatief hoge binnenste impedantie zal in vergelijking met de
referentiewaarde 100 kΩ bij aanwezige stoorspanning, “Werkspanning niet aanwezig“ niet
uitdrukkelijk aanduiden.
• Wanneer de aanduiding “Spanning aanwezig“ bij een onderdeel verschijnt, dat gescheiden
is van de installatie, wordt met aandrang aanbevolen om met bijkomende maatregelen (bv.
gebruik van een geschikte spanningstester, visuele controle van het ontkoppelpunt in het
stroomnetwerk, enz.) zich te vergewissen van de toestand “Werkspanning niet aanwezig“
van het te testen onderdeel en vast te stellen dat de door de spanningstester aangeduide
spanning een stoorspanning is.
• Een spanningstester met de aanduiding van twee waarden van de binnenste impedantie
heeft de controle van zijn uitvoering ter behandeling van stoorspanningen afgerond en is
(binnen de technische grenzen) in staat werkspanning van stoorspanning te onderscheiden
en het spanningstype direct of indirect aan te duiden.
• CAT I Meetcategorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die
niet direct van netspanning worden voorzien (bijv. apparaten die werken op
batterijen etc.)
• CAT II Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die
via een netstekker worden voorzien van netspanning.
• CAT III Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (bijv. contactdozen of
onderverdelingen).
• CAT IV Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie
(bijv. hoofdverdeling, huisoverdrachtspunten van het elektriciteitsbedrijf) en in het
vrije veld.
ALGEMENE AANWIJZINGEN BETREFFENDE BATTERIJEN
• Houd batterijen buiten bereik van kinderen.
• Laat batterijen niet onbeheerd liggen; het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren ze inslikken.
Raadpleeg in geval van inslikken onmiddellijk een arts.
• Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid bijtend letsel veroorzaken, draag
daarom in dat geval geschikte beschermende handschoenen.
• Sluit batterijen niet kort, demonteer ze niet en gooi ze niet in het vuur. Er bestaat explosiegevaar.
• Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).










