User manual
Zodra bij de gelijkspanning een min “-” voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of de
meetsnoeren zijn verwisseld).
Voor het meten van wisselspanningen “V/AC” gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de multimeter in en kies het meetbereik “V/AC”. Op het uitleesvenster verschijnt “AC”.
2. Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (14); het zwarte in de COM-meetbus (11).
3. Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (generator, schakeling, enz.).
4. De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
5. Verwijder na gedane metingen de meetsnoeren van het meetobject en schakel de multimeter uit.
c) Weerstandsmeting “Ω”
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningloos en ontladen zijn.
1. Schakeldemultimeterinenkieshetmeetbereik“Ω”.
2. Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (14); het zwarte in de
COMmeetbus (11).
3. Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar
teverbinden.Numoetzicheenweerstandswaardevanca.0-0,5Ωinstellen
(de eigen weerstand van de meetsnoeren).
4. Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject. De meetwaarde
wordt op het display weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig
of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij
weerstanden>1MΩkanditenkelesecondenduren.
5. Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u
het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
6. Verwijder na gedane metingen de meetsnoeren van het meetobject en
schakel de multimeter uit.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waar u de meetstiften mee in
contact brengt voor het meten, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen
het meetresultaat vervalsen.
d) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningloos en ontladen zijn.
1. Schakel de multimeter in en kies het meetbereik “ ”.
2. Op het display verschijnt het diodesymbool.
3. Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (14); het zwarte in de
COMmeetbus (11).
4. Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar te
verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen.
5. Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject (diode).
6. Op het display wordt de doorlaatspanning “UF” in volt (V) weergegeven. Als
“OL” verschijnt, wordt de diode in sperrichting (UR) gemeten of is de diode
defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met omgekeerde
polariteit.
7. Verwijder na gedane metingen de meetsnoeren van het meetobject en
schakel de multimeter uit.
Silicium-dioden laten een doorlaatspanning (UF) van ca. 0,4 – 0,9 V zien.
e) Doorgangsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten
absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
1. Schakel de multimeter in en kies het meetbereik “ ”.
2. Druk op de toets „MODE” (10) om de meetfunctie om te schakelen. Op het
display verschijnt het symbool voor de doorgangsmeting. Door nogmaals op
de knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie ingeschakeld.
3. Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (14); het zwarte in de
COMmeetbus (11).
4. Als doorgang wordt een meetwaarde < 35 Ω herkend; hierbij klinkt een
pieptoon.
5. Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt
u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. Voer ter
controle een meting door met omgekeerde polariteit.
6. Verwijder na gedane metingen de meetsnoeren van het meetobject en
schakel de multimeter uit.
f) HOLD-functie
DeHOLD-functiebevriestdehuidigemeetwaardeophetdisplayomdezerustigtekunnenaezenofverwerken.
Zorg bij het testen van spanningvoerende leidingen dat deze functie bij aanvang van de test is
gedeactiveerd. Er wordt anders een verkeerd meetresultaat gesimuleerd.
1. Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets „HOLD“ (13); een geluidssignaal bevestigt deze handeling
en „HOLD“ wordt op het display weergegeven.
2. Om de HOLD-functie uit te schakelen, drukt u nogmaals op de toets „HOLD“ of verandert u de meetfunctie.
g) MAX-functie
Deze functie houdt de maximale meetwaarde bij een doorlopende meting op het display vast. Deze functie is alleen in het
spanningsbereik “V/AC” en “V/DC” beschikbaar.
1. Druk in de V-meetmodus op de toets „MAX“ (10). Op het display verschijnt „MAX“ en de hoogste waarde wordt weergegeven
en vastgehouden.
2. Druk nogmaals op de toets „MAX“ om naar de gewone meetmodus terug te gaan.
Colofon
DezegebruiksaanwijzingiseenpublicatievandermaVoltcraft®,Lindenweg15,D-92242Hirschau/Duitsland,Tel.+49180/5865827
(www.voltcraft.de).
Allerechten,vertalinginbegrepen,voorbehouden.Reproductiesvanwelkeaarddanook,bijvoorbeeldfotokopie,microverlmingofderegistratie
in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Voltcraft®
h) Auto-Power-Off-functie
De multimeter schakelt na 15 minuten automatisch uit als er geen knop meer wordt ingedrukt of de draaischakelaar niet
meer wordt bediend. Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Bedien de draaischakelaar
of druk op een willekeurige functieknop (MODE, MAX, HOLD) om de multimeter na een automatische uitschakeling weer in
te schakelen.
VERWIJDERING
a) Product
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking
inleveren.
Verwijderdegeplaatstebatterijen/accu’sengooidezeafzonderlijkvanhetproductweg.
b) Batterijen / Accu’s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren;
verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffenbevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool. Deze mogen
niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd =
cadmium,Hg=kwik,Pb=lood (de aanduidingstaatopdebatterijen/accu’s,bijv.onderdelinksafgebeelde
vuilnisbaksymbool).
Ukuntverbruiktebatterijen/accu’sgratisbijdeverzamelpuntenvanuwgemeente,onzelialenofoveralwaar
batterijen/accu’swordenverkocht,afgeven.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Uitleesvenster (LCD) .................. 2000 counts
Basisnauwkeurigheid ................. ±0,5 %
Meetbereiken .............................. gelijkspanning: 1 mV – 600 V
wisselspanning: 1 mV – 600 V
weerstand:0,1Ω–20MΩ
Meetcategorie ............................. CAT III 600 V
Voeding:...................................... 2 x batterij type AAA, 1 x 9 V blok
Afmetingen (B x H x D) ............... 74 x 162 x 43 mm
Gewicht ....................................... 280 g








