User manual
GEBRUIKSAANWIJZING
VERSIE 06/12
DIGITALE MULTIMETER MIT SOLARMEETFUNCTIE
BESTELNR.: 12 34 52
BEDOELD GEBRUIK
Robuust en eenvoudig te bedienen meetinstrument voor het meten van de intensiteit van de zonnestraling. Daarmee kan
snel en betrouwbaar het rendement van een PV- of solar-installatie worden gecontroleerd. Eenvoudig de zonnestraling per
m² meten, met het oppervlak van de PV-installatie vermenigvuldigen en met de actuele nettoevoerspanning vergelijken.
Eveneens kan met het product de ideale plaats van een nieuwe installatie worden bepaald. Het is in staat de maximum-/
minimumwaardevande gemetenlichtsterktevastte leggen.Hetproduct kantevensdehuidige aezingvasthouden.De
aezingkanwordenweergegevenin‘W/m
2
‘ of ‘BTU/(ft²
*
h)’.
Daarnaast is het product een digitale multimeter met de functies :
• Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscategorie CAT III (tot max. 600V
ten opzichte van aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën.
• Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 600 V DC/AC rms (effectief)
• Metenvanweerstandentot40MΩ
• Doorgangsmeting(<35Ωakoestisch)endiodetest.
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product toegestaan. Indien het
product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien
kan bij verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische
schok enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag alleen samen met de
gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld.
LEVERINGSOMVANG
• Digitale multimeter
• Meetsnoeren
• Draagtas
• 3 x batterij (2 x AAA, 1 x 9 V blok)
• Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien de
veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet
worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan
apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie.
a) Personen / Product
• Het product is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen en huisdieren.
• Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden voor spelende
kinderen.
• Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge luchtvochtigheid,
vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
• Zet het product niet onder mechanische druk.
• Als het niet langer mogelijk is het product veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat
niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden gegarandeerd wanneer
het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet langer op juiste wijze werkt,
- tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of
- onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk.
• Behandel het product met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte hoogte kan het product
beschadigen.
• Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in acht die met het
product zijn verbonden.
b) Batterijen / Accu’s
• Letopdejuistepolariteitbijhetplaatsenvandebatterijen/accu’s.
• Debatterijen/accu’sdienenuithetapparaattewordenverwijderdwanneerhetgedurendelangeretijdniet
wordtgebruikt ombeschadiging doorlekkagete voorkomen.Lekkende ofbeschadigde batterijen/ accu’s
kunnen brandend zuur bij contact met de huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om
beschadigdebatterijen/accu’saantepakken.
• Batterijen/accu’smoetenuitdebuurtvankinderenwordengehouden.Laatbatterijen/accu’snietrondslingeren
omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
• Allebatterijen/accu’sdienenophetzelfdemomenttewordenvervangen.Hetdoorelkaargebruikenvanoude
ennieuwebatterijen/accu’sinhetapparaatkanleidentotbatterijlekkageenbeschadigingvanhetapparaat.
• Batterijen/accu’smogennietwordenontmanteld,kortgeslotenofverbrand.Probeernooitgewonebatterijen
te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar.
c) Diversen
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het
apparaat.
• Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of in een daartoe
bevoegde winkel.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen
oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische helpdesk of met een andere elektromonteur.
Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel. +49 180/586 582 7.
BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
1. Zonlicht meetkop
2. 0 Aanpassing
3. LCD
4. Knop MAX/MIN
5. Knop HOLD
6. Aan/uit knop
7. Knop B/W
8. Drehschalter
9. LCD voor multimeter
10. Knop MODE
11. COM-meetbus (referentiemassa, negatieve potentiaal)
12. Knop MAX
13. Knop HOLD
14. V-meetbus (positieve potentiaal)
PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
De multimeter werkt op twee microbatterijen (AAA). Voor het lichtmeetinstrument is een batterij van 9 V (blok) nodig. Bij de
eerste ingebruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen op het display verschijnt, moeten nieuwe, volle
batterijen worden geplaatst.
1. Verbreek alle stroomcircuits van het meetapparaat en schakel het apparaat uit.
2. Verwijder het rubber holster van het apparaat.
3. Draai de beide schroeven van het klepje van het batterijvak los en haal dit van het apparaat.
4. Plaats nieuwe batterijen volgens de juiste poolrichting in het vak.
5. Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
INGEBRUIKNAME SOLAR-MEETINSTRUMENT
Wees er alstublieft zeker van dat het deksel de meetkop beschermt voordat u het apparaat aan zet.
1. Druk op de knop aan/uit (6).
2. DeweergegevenaezingophetLCD(3)moetnulzijn.Indienditniethetgevalis,pasdande0Aanpassing(2)aantotdat
deaezingnulis.Verdraaidaarvoorhetinstelwielvande0-instelling(2)meteengeschiktgereedschap.
3. Verwijder het deksel en stel de meetkop (1) bloot aan zonlicht.
4. De sterkte van het zonlicht wordt weergegeven op de LCD (3).
5. Omdeeenheidvandeaezingtewijzigen,druktuopdeknopB/W (7). Dit product ondersteunt ‘W/m
2
‘ of ‘BTU/(ft²
*
h)’.
6. Omeenaezingophetschermvasttehouden,druktuopdeknopHOLD(5).HetLCD(3)geefthetwoord‘HOLD’weeren
deaezingwordtvastgehouden.Omdeaezingweervrijtegeven,druktuopnieuwopdeknopHOLD(5).
7. Om de minimum-/maximumwaarde van de huidige meting te verkrijgen, drukt u op de knop MIN/MAX (4). Druk eenmaal
omteschakelentussenhetminimumenhetmaximum(enviceversa).‘MIN’of‘MAX’geeftaandatdeweergegeven
aezingdeminimum-ofdemaximumwaardeis.DrukopdeknopMIN/MAX(4)enhouddeze1secondevastomterugte
schakelen naar de normale modus.
8. Als er “OL” op het uitleesvenster wordt weergegeven, dan betekent dit dat de maximale waarde wordt overschreden.
INGEBRUIKNAME DIGITALE MULTIMETER
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V/AC rms of 35 V/DC kan staan!
Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetsnoeren op beschadigingen, zoals sneden,
scheuren of afknellingen. Defecte meetsnoeren mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarkeringen op de meetstiften vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de behuizing en het batterijvak volledig gesloten zijn..
a) Meetapparaat inschakelen
1. Het meetapparaat wordt via de draaischakelaar (8) ingeschakeld. Draai de schakelaar op de betreffende meetfunctie.
2. Draai de schakelaar op de stand “OFF“ om het apparaat uit te zetten. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet
gebruikt (stand OFF).
b) Spanningsmeting “V”
Voor het meten van gelijkspanningen “V/DC” gaat u als volgt te werk:
1. Schakel de multimeter in en kies het meetbereik “V/DC”.
2. Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (14); het zwarte in de COM-
meetbus (11).
3. Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (batterij,
schakeling, enz.). De rode meetstift komt overeen met de pluspool, de zwarte
meetstift met de minpool.
4. De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele
meetwaarde op het display weergegeven.
5. Verwijder na gedane metingen de meetsnoeren van het meetobject en
schakel de multimeter uit.








