Instructions

108
Sturing via externe spanningsbron
De voeding kan met een externe spanningsbron van 0 tot 5V/DC over het gehele bereik voor spanning
en stroom op afstand worden bediend.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
Verbind de aansluitleidingen van de Remote-bus zoals afgebeeld:
V
Spanningsinstelling “V”
Aansluiting 2 tot pluspool (+) van de
externe stuurspanning.
Aansluiting 4 tot minpool (-) van de
externe spanningsbron.
Stroominstelling “I“:
Aansluiting 3 tot pluspool (+) van de
externe stuurspanning.
Aansluiting 4 tot minpool (-) van de
externe spanningsbron.
De spanning op de aansluiting van de afstandsbediening mag 5V niet overschrijden
De aansluitingen mogen niet worden kortgesloten.
1. Schakel de voeding uit en verbind dan de Remote-bus met de Remote-
aansluiting op de achterkant. Schroef de buitenste bevestigingsring vast.
2. Regel de spanning van de externe spanningsbron op 0 V.
3. Schakel uw voeding in.
4. Stel de MODE-schakelaar (8) in de positie “Remote Ctrl” op de achterkant
in. De indicatie “REAR CONTROL” (2) licht op.
5. Via een externe spanningsbron kan nu de gewenste uitgangswaarde
worden ingesteld. Controleer het totale instelbereik op haar correcte
werking. De uitgangsspanning kan op het display worden gecontroleerd.
Sluit bij de controle van de stroomregelling de hoofduitgang (7) aan de achterkant met een
voldoende dikke kabel kort (minst. 8 mm
2
). Controleer het totale instelbereik op haar correcte
werking.
Als de afstandsbedieningsfunctie niet meer nodig is, stelt u de MODE-schakelaar in de stand “Normal”
in.