Owner's Manual

Table Of Contents
Opmerking:
Via de toets “Hz%” (11) kan de weergave naar frequentie (Hz) en pulslengte (ù%) worden omgeschakeld�
Met elke keer drukken, schakelt u de functie om� Autorange wordt gedeactiveerd� Dit maakt de controle van
een mogelijke bromsignaal (overgeladen frequentie) mogelijk� Bij een zuivere gelijkstroom is de frequentie
en %-aanduiding “nul”� Zonder meetsignaal kunnen spookwaarden worden weergegeven� Deze verdwijnen
van zodra een gelijkstroom wordt gemeten�
2
Voor het meten van wisselstroom “A-AC” gaat u als volgt te werk:
1� Schakel de DMM in en kies de meetfunctie “A”�
In de tabel kunnen de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken bekeken worden� Selecteer een
meetbereik en de bijbehorende meetbussen� Op het scherm verschijnt “DC”
Meetfunctie Meetbereik Meetbussen
μA <4000 μA COM + mAμA
mA 4 mA – 399 mA COM + mAμA
A 400 mA – 10A COM + 10A
2� Steek de rode meetkabel in de μA/mA- of 10A-meetbussen. Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-aansluiting.
3� Druk op de toets “MODE” om naar het AC-meetbereik om te schakelen� Op het display verschijnt “AC”� Door
nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz�
4� Maak nu met de beide meetstiften in serie contact met het meetobject (stroomkring, schakeling, enz�)� De meet-
waarde wordt op het display weergegeven� Het aansluitprincipe komt overeen met de DC-meting�
5� Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit�
Opmerking:
Via de toets “Hz%” (11) kan de weergave naar frequentie (Hz) en pulslengte (ù%) worden omgeschakeld�
Met elke keer drukken, schakelt u de functie om� Autorange wordt gedeactiveerd�
97