User manual
 GEBRUIKSAANWIJZING
VERSIE 11/12
MF-50 HYGROMETER
BESTELNR.: 12 34 91
BEDOELD GEBRUIK
Deze niet-invasieve digitale vochtmeter is ideaal voor het meten van vocht in cement, hout en 
andere bouwmaterialen. Het laat zien of het oppervlak geschikt is om te worden geschilderd of 
bedekt. Het apparaat laat een piepend geluid horen wanneer het vochtniveau de drempelwaarde 
overschrijdt. Het apparaat wordt van energie voorzien middels drie AAA-batterijen. 
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit 
product toegestaan. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor 
beschreven, kan  het  product  worden beschadigd. Bovendien kan bij  verkeerd  gebruik  een 
gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok 
enzovoort. Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag 
alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan derden ter beschikking worden gesteld.
LEVERINGSOMVANG
Hygrometer• 
3 x AAA batterij• 
Gebruiksaanwijzing• 
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees  de  gebruiksaanwijzing  zorgvuldig  door  en  let  vooral  op  de 
veiligheidsinstructies.  Indien  de  veiligheidsinstructies  en  de  aanwijzingen 
voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet worden opgevolgd, 
kunnen wij  niet  aansprakelijk worden  gesteld voor  de  daardoor ontstane 
schade aan apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt in dergelijke 
gevallen de garantie.
Personen / Producta) 
Het  product  is  geen  speelgoed.  Houd  het  buiten  bereik  van  kinderen  en • 
huisdieren.
Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal • 
worden voor spelende kinderen.
Bescherm  het  product  tegen  extreme  temperaturen,  direct  zonlicht,  sterke • 
schokken, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
Zet het product niet onder mechanische druk.• 
Als het niet langer mogelijk is het product veilig te bedienen, stel het dan buiten • 
bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening 
kan niet langer worden gegarandeerd wanneer het product:
zichtbaar is beschadigd,  -
niet langer op juiste wijze werkt,  -
tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of  -
onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk. -
Behandel  het  product  met zorg.  Schokken,  botsingen  of  zelfs  een  val  van  een • 
beperkte hoogte kan het product beschadigen.
In scholen, trainingscentra, hobby- of doe-het-zelf workshops, moet de bediening • 
van elektrische apparaten altijd onder supervisie staan van getraind personeel.
Wanneer u het gebruikt op een commercieel terrein, moeten de ARBO-voorschriften • 
ter  voorkoming  van  ongevallen  met  betrekking tot  elektrisch  apparatuur  in  acht 
worden genomen.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude in een • 
warme  ruimte is geplaatst.  Door  het  condenswater  dat  wordt  gevormd,  kan het 
apparaat onder bepaalde omstandigheden  beschadigd raken. Laat het apparaat 
uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Batterijen / Accu’sb) 
Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen / accu’s.• 
De batterijen /  accu’s dienen  uit het apparaat  te worden verwijderd  wanneer • 
het gedurende langere tijd niet wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te 
voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen / accu’s kunnen brandend zuur 
bij contact met de huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om 
beschadigde batterijen / accu’s aan te pakken.
Batterijen /  accu’s  moeten uit  de buurt  van kinderen  worden gehouden.  Laat • 
batterijen / accu’s niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/
of huisdieren ze inslikken.
Alle batterijen / accu’s dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door • 
elkaar gebruiken van oude en nieuwe batterijen / accu’s in het apparaat kan leiden 
tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat. 
Batterijen /  accu’s mogen  niet  worden ontmanteld,  kortgesloten  of  verbrand. • 
Probeer nooit gewone batterijen te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
Diversenc) 
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het • 
aansluiten van het apparaat.
Onderhoud,  aanpassingen  en  reparaties mogen  alleen  uitgevoerd  worden  door • 
een expert of in een daartoe bevoegde winkel.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er problemen zijn waar 
u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze 
technische helpdesk of met een andere elektromonteur.
Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel. +49 180/586 582 7.
BEDIENINGSELEMENTEN
2
36
7
5
4
1
Vochtsensor (achterkant)1. 
LCD-scherm2. 
Knop ZERO3. 
Knop aan/uit4. 
Knop DOWN5. 
Knop MODE6. 
Knop UP APO7. 
BATTERIJEN PLAATSEN/ VERVANGEN
Verwijder de schroef op de achterkant met een kruiskopschroevendraaier en haal het deksel 1. 
van het batterijvak.
Plaats drie batterijen van het type AAA en let daarbij op de juiste polariteit. Zie daarvoor de 2. 
polariteitindicaties binnenin het batterijvak.
Sluit het batterijvak weer.3. 
Vervang de batterijen, zodra op het uitleesvenster het batterijpictogram verschijnt.
INGEBRUIKNAME
Algemene informatie vóór metinga) 
Het  vochtniveau  is  een  gemiddelde  waarde  die  beïnvloed  wordt  door  het  vocht  aan  de 1. 
buiten- en binnenkant van het materiaal. Veeg zichtbaar vocht of water af en laat het een 
paar minuten drogen voordat u gaat meten.
Andere bestanddelen kunnen ook de meting beïnvloeden. Voordat u gaat meten, moet het 2. 
oppervlak vrij van verfresten, stof en dergelijke zijn.
Houd  de  meter zo ver  mogelijk  naar achteren  om  de invloed  van  vocht op  uw  hand te 3. 
vermijden.
De  meter  is  niet  bedoeld om  metaal of  andere  materialen  te  meten  die  bijzonder goed 4. 
geleiden. Wanneer verwerkte materialen (bijv. spijkers, schroeven, kabels, pijpen etc.) in de 
buurt zijn van de sensor, zullen de meetwaarden aanzienlijk toenemen.
Houd een minimum afstand van 8 tot 10 cm van andere oppervlakken om interferentie te 5. 
voorkomen.
Plaats de sensor kop op gladde oppervlakken; ruwe oppervlakken geven onnauwkeurige 6. 
metingen.
De  penetratiediepte van  het  apparaat is  19  mm.  Afhankelijk  van de  dichtheid  van het 7. 
materiaal is meting van het binnenste deel  niet  mogelijk.  Wanneer het materiaal minder 
dan 19 mm dik is, zal de vochtwaarde niet zo nauwkeurig zijn. Dit vanwege de invloed van 
omliggende materialen. 
De complete sensor moet vlak tegen het te meten oppervlak worden geplaatst. Als er slechts 8. 
een gedeelte van de sensor tegen het oppervlak ligt, worden er onjuiste meetwaarden via 
het uitleesvenster weergegeven.








