User manual

79
Sturing via externe spanningsbron
De voeding kan met een externe spanningsbron van 0 tot 5V/DC over het gehele bereik voor spanning
en stroom op afstand worden bediend.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
Verbind de aansluitleidingen van de Remote-bus zoals afgebeeld:
Spanningsinstelling “U”:
Aansluiting 2 tot pluspool (+) van de externe stu-
urspanning
Aansluiting 4 tot minpool (-) van de externe span-
ningsbron
De spanning op de aansluiting van de afstandsbediening mag 5V niet overschrij-
den
De aansluitingen mogen niet worden kortgesloten.
Schakel de voeding uit en verbind dan de Remote-bus met de Remote-aansluiting op de achterkant.
Schroef de buitenste bevestigingsring vast.
Regel de spanning van de externe spanningsbron op 0 V.
Schakel uw voeding in.
Stel de MODE-schakelaar in de positie “Remote Ctrl” op de achterkant in. De indicatie
“REAR CONTROL” licht op.
Via een externe spanningsbron kan nu de gewenste uitgangswaarde worden inge-
steld. Controleer het totale instelbereik op haar correcte werking. De uitgangsspanning
kan op het display worden gecontroleerd.
Sluit bij de controle van de stroomregelling de hoofduitgang (11, 12) aan de achterkant
met een voldoende dikke kabel kort (minst. 8 mm
2
). Controleer het totale instelbereik
op haar correcte werking.
Als de afstandsbedieningsfunctie niet meer nodig is, stelt u de MODE-schakelaar in de stand “Normal”
in.
Spanningsinstelling „I“:
Aansluiting 3 tot pluspool (+) van de externe stu-
urspanning
Aansluiting 4 tot minpool (-) van de externe span-
ningsbron