User manual
Wartung
Generelle Pege
Schalten Sie das Netzteil vor der Reinigung stets aus und trennen Sie das Netzteil von der Netzsteckdose. Wischen Sie das
Netzteil lediglich mit einem trockenen Antistatiktuch ab. Verwenden Sie keine Scheuermittel oder Lösungsmittel!
Vorgehensweise bei Fehlfunktionen
Obwohl Sie ein hochwertiges Netzteil erworben haben, könnte es in manchen Situationen zu Fehlfunktionen kommen. Einige
dieser möglichen Fehlfunktionen können folgende Ursachen haben:
Problem Mögliche Lösung
Kein Ausgangsstrom an
den Anschlussbuchsen.
Ist das Netzteil eingeschaltet?
Ist das Netzkabel sowohl am Netzteil als auch an der Netzsteckdose korrekt angeschlossen?
Ist die Sicherung intakt?
1.
2.
3.
Rote LED leuchtet nicht
oder flackert.
Bezieht der Verbraucher mehr Strom als am Netzteil eingestellt ist?
Liegt im Verbraucher ein Kurzschluss vor?
Ist das Netzteil überhitzt? Prüfen Sie die Belüftung um das Netzteil.
1.
2.
3.
Entsorgung
Entsorgung von Elektrik- und Elektronikaltgeräten
Im Interesse unserer Umwelt und um die verwendeten Rohstoffe möglichst vollständig zu recyceln, ist der Verbrauch-
er aufgefordert, gebrauchte und defekte Geräte zu den öffentlichen Sammelstellen für Elektroschrott zu bringen.
Das Zeichen der durchgestrichenen Mülltonne mit Rädern bedeutet, dass dieses Produkt an einer Sammelstelle
für Elektronikschrott abgegeben werden muß, um es durch Recycling einer bestmöglichen Rohstoffwiederverw-
ertung zuzuführen.
Technische Daten
Modell Nr. FSP 1225 FSP 2410 FSP 4805 FSP 3607 FSP 1235 FSP 2420
Betriebsspannung 230V AC ±
15%
230V AC ±
15%
230V AC ±
15%
230V AC ±
15%
230V AC ±
15%
230V AC ±
15%
Leistungsaufnahme 375VA 400VA 400VA 425VA 950VA 950VA
Ausgangsleistung 375W 240W 285W 308W 525W 540W
Nominaler Ausgang 12 – 14V DC 24 - 28V DC 48 – 56V DC 36 – 42V DC 12 – 14V DC 24 – 28V DC
Maximaler
Ausgangsspannungs-
bereich
11 - 15V DC ±
0,5V
23 - 29V DC ±
0,5V
47 - 57V DC ±
0,5V
36 – 42V DC ±
0,5V
11 - 15V DC ±
0,5V
23 - 27V DC ±
0,5V
Spannungs-
regulierung
< 0,15% < 0,15% < 0,15% < 0,15% < 0,15% < 0,15%
Ausgangsstrom 25A 10A 5A 7A 35A 20A
Restwelligkeit bei
Nennlast
<0,1% <0,1% <0,1% <0,1% <0,1% <0,1%
Effizienz >80% >80% >80% >80% >80% >80%
Übertemperatur
(träge; 5x20mm)
bei +85˚C bei +85˚C bei +85˚C bei +85˚C bei +85˚C bei +85˚C
Sicherung (5 x
20mm)
T 3,15A / 250V T 2,5A / 250V T 2,5A / 250V T 2,5A / 250V T 8A / 250V T 8A / 250V
Gewicht 2 kg 2 kg 2 kg 2 kg 3,2 kg 3,2 kg
Abmessungen (B x
H x T)
155 x 66 x 240
mm
155 x 66 x 240
mm
155 x 66 x 240
mm
155 x 66 x 240
mm
202 x 91 x 252
mm
202 x 91 x 252
mm
8 21
Het apparaat mag niet worden onderworpen aan zware mechanische spanning.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan extreme temperaturen, direct zonlicht, intense vibratie of vochtigheid.
Plaats het apparaat op een vlakke en stevige ondergrond.
Het is verboden een voorwerp in het apparaat te steken of de ventilatiegaten van het apparaat te blokkeren. Koeling van
het apparaat vindt voornamelijk plaats door middel van convectieventilatie.
Plaats geen naakte vlam of containers met vloeistoffen op of bij het apparaat.
Opgelet! Condensators die zich in het apparaat bevinden, kunnen zelfs dan nog onder spanning staan als het apparaat
al van de stroombron gescheiden is.
Zet het apparaat nooit onmiddellijk aan nadat het van een plek met lage temperatuur naar een plek met hoge temper-
atuur is gebracht. Condenswater kan uw testapparaat vernielen. Laat het apparaat in de OFF positie en wacht tot het de
omgevingstemperatuur heeft bereikt.
Zorg ervoor dat , voordat u ermee begint te werken, uw handen, schoenen, kleding, de vloer en het apparaat zelf droog zijn.
Trek tijdens onweer de stekker van het apparaat uit de contactdoos om schade te voorkomen als gevolg van bovenmatige
spanning.
In industriële gebouwen dient u het veiligheidsreglement van de beroepsvereniging voor elektrische uitrusting en gebou-
wen in acht te nemen.
In scholen, opleidingsfaciliteiten, DIY- en hobbywerkplaatsen, mogen testapparaten alleen gebruikt worden onder toezicht
van vakkundig personeel.
Als er reden is aan te nemen dat een veilige werking niet langer mogelijk is, moet het apparaat uitgeschakeld worden en
dient ervoor gezorgd te worden dat het niet per ongeluk in werking wordt gesteld. Veilig gebruik is niet langer mogelijk
als:
het apparaat zichtbare schade vertoont,
het apparaat niet langer werkt en
het apparaat een lange periode is opgeslagen onder ongunstige omstandigheden,
het apparaat onderworpen is geweest aan aanzienlijke spanning tijdens transport.
Dit apparaat is geen speelgoed en moet buiten bereik van kinderen worden gehouden!
Onderhoud, aanpassings- of herstelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door een specialist of specialis-
tische werkplaats.
Mocht u nog vragen hebben die niet aan de orde zijn geweest in deze handleiding, neemt u dan contact op met onze
Technische Klantenservice of met andere deskundigen.
Werkzame elementen
De bijbehorende afbeeldingen vindt u op pagina 3.
Voorkant van de console
Frontpaneel
Uitgangsklemstrip
(De aanduidingen “+” en “−” zijn onder de klemstrip gemarkeerd.) (niet FSP 1235 en 2420)
Schroefaansluiting (rood = “+”, zwart = “−”)
Controle-led voor de bedrijfsindicatie (rood)
AAN/UIT-schakelaar (ON/OFF)
Achterkant van de console
Ventilator
Netingangsbus
Zekeringhouder
Onderkant
Spanningsdraairegelaar (niet afgebeeld)
Bevestigingsstrippen ter bevestiging aan bijv. muur of tafel (niet afgebeeld)
Aardingsschroef (niet afgebeeld)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
-
-
-
-
•
•
•
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.