User manual



U heeft met deze laboratoriumvoeding een product aangeschaft dat betrouwbaar en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen:

 
De voeding kan zich niet inschakelen. • LGaat de  of  indicator branden?
Controleer de netspanning (evt. netzekering in het apparaat
resp. de beveiligingsschakelaar in de kabel controleren).
Aangesloten verbruikers functioneren
niet.
• Is de juiste spanning ingesteld?
• Is de polariteit juist?
• Controleer de technische gegevens van de verbruiker.
De controlelamp REMOTE brandt. Het
apparaat kan niet worden bediend met de
draaiknoppen.
De werking met afstandsbediening is geactiveerd.
De controlelamp  brandt. Constante stroomwerking:
De vooringestelde stroomsterkte werd overschreden.Controleer
de stroomopname van uw verbruiker en vergroot ev. de stroom-
begrenzing van de voeding.
De controlelamp  LED brandt. Constante spanningswerking:
De voeding werkt normaal. Op de uitgang wordt de ingestelde,
constante spanning uitgegeven.
“OVP” display Uitschakeling bij overspanning:
Zie het hoofdstuk “Beschermvoorzieningen”.
“OtP” display Uitschakeling bij overtemperatuur:
Zie het hoofdstuk “Beschermvoorzieningen”.
“OLP” display Uitschakelen bij overbelasting:
Zie het hoofdstuk “Beschermvoorzieningen”


