User manual
14
of minder. Bij motoren met een cilinderinhoud van meer dan 
3.600 ccm neemt u de eerstvolgende lagere spanningswaarde*. 
•  Start de machine (de motor) en lees de spanningswaarde tijdens 
het starten af. Vergelijk de waarde met de onderstaande tabel. Als 
de  waarde  van  de  "cranking"-spanning  flink  afwijkt  van  de 
waarden in  de tabel, is ofwel de  startmotor defect, ofwel zijn de 
kabelverbindingen  slecht  (overgangsweerstanden)  ofwel  is  de 
accu te klein voor de motor (ondergedimensioneerd). 
Lastspanning in V  10,4
10,6
10,8
11,0
11,2
11,4
11,6
11,8
Min. startspanning 
9,7
10,0
10,3
10,6
10,9
11,2
11,4
11,6
Voorbeeld:  de  lastspanning  zonder  startmotor  bedraagt  11,0V. 
Tijdens  het starten daalt de spanning naar ca.  10,6V. De 
cilinderinhoud van de motor bedraagt 3.600 ccm of minder. 
Als de cilinderinhoud hoger is, mag de spanning naar niet 
minder dan  10,3V* dalen  (hogere  startstromen /  hoger 
startvermogen). 
Opmerkingen/aanvullende informatie over loodaccu’s! 
• De startkracht (capaciteit) van een volledig geladen accu daalt bij 
mintemperaturen tot onder 70% 
• De meeste schade aan loodaccu’s ontstaat door overlading 
• "Warme" accu’s zijn sneller volgeladen dan koude accu’s 
•  Elke  accu  ontlaadt  zichzelf.  Bij  onderhoudsvrije  accu’s  is  de 
ontlaadstroom het laagst 
•  Een langdurig ongeladen  accu  sulfateert  (zwavelafzetting op de 
platen) erg licht en verliest daardoor aan capaciteit. 
• Een geladen accu zonder gebreken heeft een nullastspanning van 
12,7V en hoger. Een gebrekkige of ontladen accu heeft een
nullastspanning van 10,5V en minder. 










