Operation Manual

155
Hebt u het juiste laadprogramma voor het betreffende accutype geselecteerd?
Onjuiste instellingen beschadigen het laadapparaat en de accu; er bestaat
brand- en explosiegevaar!
Hebt u de juiste laadstroom ingesteld?
Hebt u de juiste spanning ingesteld (bijv. bij meercellige LiPo-accu's)? Een
tweecellige LiPo-accu kan o.a. parallel geschakeld zijn (3.7V) of in serie
(7.4V).
Zijn alle verbindingskabels en aansluitingen in orde? Zijn de stekkers goed
in de aansluitbussen gestoken? Beschadigde stekkers en kabels dienen te
worden vervangen.
Bij het aansluiten van een accu op het laadapparaat dient u altijd eerst de
laadkabel met het laadapparaat te verbinden en pas daarna de accu met het
laadapparaat/de laadkabel. Bij het loskoppelen, gaat u in omgekeerde
volgorde te werk. Er bestaat anders het gevaar van kortsluiting (bijv. door de
beide 4 mm ronde stekkers van de laadkabel).
Laad altijd maar één accu of accupack.
Wanneer u zelfgeconfectioneerde accupacks wilt opladen, dan moeten de
cellen soortgelijk zijn (zelfde type, zelfde capaciteit, zelfde fabrikant).
Bovendien moeten de cellen dezelfde laadtoestand hebben (LiPo-accu's
kunnen via de balancer overeenkomstig gelijk worden gesteld, andere
accupacks zoals NiMH of NiCd, echter niet).
Bediening van de menu's (voor overzicht zie hoofdstuk 10):
Selecteer in het hoofdmenu zoals beschreven met de toets „Batt Type/Stop“ het gewenste
submenu en bevestig de keuze met de toets „Start/Enter“.
Met de toetsen „INC“ en „DEC“ kunnen de verschillende instellingen worden opgeroepen.
Om een waarde te veranderen, drukt u op „Start/Enter“; de weergave knippert.
Verander de op het display weergegeven waarde met de toets „INC“ resp. „DEC“.
Sla de (gewijzigde) waarde op met de toets „Start/Enter“.
Verlaat het instelmenu met de toets „Batt Type/Stop“; u bevindt zich nu weer in het
hoofdmenu.