Operation Manual

BIJLAGE
36 D-300622
BIJLAGE
BIJLAGEBIJLAGE
BIJLAGE A.
A. A.
A. WOORDENLIJST
WOORDENLIJSTWOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Hieronder is een alfabetische woordenlijst. Iedere
term die in het cursieve lettertype is kan apart
worden nagegaan.
Afbreekperiode: als een alarm afgaat wordt eerst
gedurende een beperkte periode de interne zoemer
geactiveerd die als afbreekperiode door de
installateur is ingesteld. Als u per ongeluk een alarm
doet afgaan, kunt u het systeem binnen de
afbreekperiode uitschakelen voordat de sirenes gaan
luiden en het alarm wordt gerapporteerd aan de
beantwoordingsapparaten op afstand.
Alarm: er zijn 2 soorten alarmen:
Luid alarm – de interne en externe sirenes loeien
contant en het controlepaneel rapporteert telefonisch
de gebeurtenis.
Stil alarm - de sirenes loeien niet, maar het
controlepaneel rapporteert telefonisch de
gebeurtenis.
Een alarm wordt veroorzaakt door:
Een beweging die door een bewegingsdetector is
gedetecteerd
Een statusverandering die door een magnetische
contactdetector is gedetecteerd – een gesloten
raam of deur wordt geopend
Rook wordt gedetecteerd door een rookdetector
Er is sabotage aan één van de detectors
Tegelijkertijd op twee noodknoppen te drukken
(paniek)
Inschakelen: het alarmsysteem inschakelen is een
actie waarbij een alarm afgaat als een zone wordt
“gestoord” door een beweging of bij het openen van
een deur of raam. Het controlepaneel kan zijn
ingeschakeld in verschillende modi (zie WEG,
THUIS, DIRECT en HUISSLEUTEL).
WEG: dit alarmtype wordt ingeschakeld als er
niemand in het beveiligde gebied is. Alle zones,
interieur en omtrek zijn beveiligd.
Belzones: hiermee kunt u activiteiten in het
beveiligde gebied nagaan als het alarmsysteem in de
uitgeschakelde status is. Als een belzone wordt
“verstoord” gaat de zoemer twee keer af. De zoemer
gaat niet af als de zone weer vrij komt (terug naar de
normale status). Bewoners kunnen deze functie
gebruiken om bezoekers aan te kondigen of om op
kinderen te letten. Bedrijven kunnen deze optie
gebruiken als klanten het bedrijf binnenkomen of als
personeel beperkte gebieden betreden.
Opmerking: uw installateur zal nooit een 24-uur
zone of een brandzone als belzone instellen, daar
beide zonetypes een alarm doen afgaan als het
systeem in de uitgeschakelde status is.
Hoewel er meerdere zones als belzones zijn
ingesteld, kunt u de belfunctie ook inschakelen of
uitschakelen.
Controlepaneel: het controlepaneel is een
elektronische schakelkast met het elektronische
circuit en de microprocessor die het alarmsysteem
aansturen. Het verzamelt informatie van
verschillende sensoren, verwerkt deze en zal op
verschillende manieren hierop reageren. Het bevat
ook de gebruikerinterface - bedieningstoetsen, het
numerieke toetsenpaneel, display, sounder en
speaker.
Uitschakelen: het tegenovergestelde van
inschakelen een actie waarbij het controlepaneel
naar de normale stand-by status wordt hersteld. In
deze status doen alleen een brand en 24-uur zones
een alarm afgaan als deze worden verstoord, een
“paniek alarm” kan ook afgaan.
Verstoorde zone: een zone die in staat van alarm is
(dit kan zijn veroorzaakt door een open venster of
door een beweging in het bereik van een
bewegingsdetector). Een verstoorde zone wordt als
“niet veilig” beschouwd.
Geforceerde inschakeling: als één van de systeem
zones is geforceerd (open), kan het alarmsysteem
niet worden ingeschakeld. Een manier om dit
probleem op te lossen is de oorzaak van de
zonestoring te vinden en te verwijderen (deuren en
ramen sluiten). Een andere manier om dit op te
lossen is een geforceerde inschakeling een
automatische de-activatie van zones die nog steeds
verstoord zijn totdat de uitloopvertraging is
afgelopen. Overbrugde zones zijn niet beveiligd
tijdens de inschakelingsperiode. Zelfs als zij zijn
hersteld naar normaal (gesloten), overbrugde zones
blijven onbeveiligd totdat systeem is uitgeschakeld.
Toestemming voor “geforceerd inschakelen” wordt
door de installateur geweigerd als hij het systeem
programmeert.
THUIS: deze alarmsituatie wordt gebruikt als de
bewoners in het beveiligde pand zijn. Een klassiek
voorbeeld is bijv. als de familie zich voorbereid om te
gaan slapen. Met de THUIS inschakeling zijn
omtrekzones beveiligd maar de interieur zones niet.
Hierdoor worden bewegingen in de interieur zones
door het controlepaneel genegeerd, maar de
verstoring van een omtrekzone zal alarm slaan.
Direct: u kunt het systeem programmeren op WEG-
DIRECT of THUIS-DIRECT, hierdoor annuleert u de
inloopvertraging voor alle vertragingzones tijdens
één inschakelingperiode.