Installation Instructions

D-300620 29
4.1
4.14.1
4.14
44
4 UP/DOWNLOAD SERVER
UP/DOWNLOAD SERVER UP/DOWNLOAD SERVER
UP/DOWNLOAD SERVER BELLEN
BELLEN BELLEN
BELLEN
Opmerking:
deze optie wordt alleen gebruikt tijdens de installatie van
panelen die door compatibele meldstations worden
gecontroleerd.
Met deze optie kan de installateur naar de
upload/download server bellen. De server upload de
PowerMax Pro configuratie naar zijn database en kan
vooraf gedefinieerde parameters naar de PowerMax Pro
downloaden.
COMMUNICEREN TEL # ONBEKEND
DOWNLOADEN
DOWNLOAD OK
DOWNLOAD FOUT
Weergegeven
tijdens inbellen
Weergegeven gedurende
ong. een halve minuut,
begeleid door treurige (niet
gelukt) melodie
Verbinding
OK
Download
OK
Download
Fout
Indien UL/DL
server tel. # al
geprogrammeerd
is (zie par. 4.5.34).
Indien UL/DL server
tel. # nog niet
geprogrammeerd is
(zie par. 4.5.34)
Weergegeven
tijdens
downloaden
Inbellen
mislukt
GEEN KIESTOON
Weergegeven gedurende
ong. een halve minuut,
begeleid door treurige (niet
gelukt) melodie
Weergegeven gedurende
ong. een halve minuut,
begeleid door treurige (niet
gelukt) melodie
Weergegeven gedurende
ong. een halve minuut,
begeleid door vrolijke
melodie
14. START UP/DOWN
13. SERIENUMMER
12.
FABRIEKSINST
11.
GEBRUIKEROPT
10. DIAGNOSE
9. SPRAAK OPNAME
5. COMMUNICATIE
4. CENTRALE
3. ZONES
2. ZENDER INLEREN
1. INSTAL. CODE
TOETS CODE
INSTALLATIE MENU
BEDRIJFSKLAAR
GEREED 00:00
[installatie code]
6. GSM OPTIES
<OK> = UIT MODE
GEBRUIKERSOPTIES
7. PWRLNK OPTIES
8. UITGANGEN
Figuur 4.14 – Start UL/DL
5. TEST
5. TEST5. TEST
5. TESTE
EE
EN PROCEDUR
N PROCEDURN PROCEDUR
N PROCEDURES
ESES
ES
5.1 Voorbereiding
Zorg ervoor dat alle ramen en deuren gesloten zijn en dat
alle zones ongestoord zijn. Als alle zones klaar zijn staat
het volgende op het display:
G E R E E D H H : M M
Indien er op het display “Niet Gereed” staat, vraagt u de
redenen door herhaaldelijk op het controlepaneel op de
knop te drukken. De reden(en) van het
probleem(en) worden weergegeven en hardop gelezen.
Zorg ervoor dat deze problemen opgelost worden voordat u
het systeem test (zie de volgende paragraaf).
5.2 Diagnostische test
Om een goede werking te garanderen van alle detectors in
het systeem is een uitgebreide diagnostische test vereist.
Voor de uitvoering van deze test verwijzen wij u naar
figuur 4.10.
5.3 Keyfob zender test
Activeer een transmissie van iedere zender die als een
keyfob eenheid is ingeleerd (volgens de lijst in tabel A2,
Bijlage A). Gebruik iedere zender om het controlepaneel
WEG in te schakelen en gelijk weer uit te schakelen. Als u
de toets WEG van de keyfob eenheid indrukt moet de
INSCHAKELING indicator oplichten.
Op het display zal het volgende verschijnen:
I N S C H A K E L I N G W E G
V E R L A A T H E T P A N D
De uitloopvertraging pieptonen gaan nu beginnen.
Druk op de UITSCHAKEL ( ) knop van de keyfob eenheid.
De INSCHAKEL indicator moet nu uitgaan, u moet nu horen:
Uitschakelen, gereed voor inschakeling" en het display gaat
over naar:
G E R E E D H H : M M
Test de AUX knop in iedere keyfob volgens de informatie
die in tabel A.2, Bijlage A is weergegeven. Controleer dat
de AUX knop werkt zoals is geprogrammeerd.
Als de AUX (
]
) knop is gedefinieerd als “STATUS”,
moet systeem status verschijnen en worden gehoord
als op de knop wordt gedrukt.