Installation Instructions
14 D-300620
Tabel 1 - STANDAARD EN GEPROGRAMMEERDE ZONE INSTELLINGEN
Zone
Zone type Zone naam Deurbel (melodie
Nr. Standaard Geprogr. Standaard Geprogr. Zone naam of Uit) (*)
1 Vertraagd 1 Voordeur
2 Vertraagd 1 Garage
3 Vertraagd 2 Garagedeur
4 Omtrek Achterdeur
5 Omtrek Kinderkamer
6 Interieur
Kantoor
7 Interieur
Eetkamer
8 Omtrek
Eetkamer
9 Omtrek
Keuken
10 Omtrek
Woonkamer
11 Interieur
Woonkamer
12 Interieur Slaapkamer
13 Omtrek Slaapkamer
14 Omtrek Logeerkamer
15 Interieur Hoofdslaapkamer
16 Omtrek Hoofdslaapkamer
17 Omtrek Waskamer
18 Omtrek Hoofdbadkamer
19 Omtrek Kelder
20 Brand Brand
21 Brand Brand
22 Nood Nood
23 Nood Nood
24 24U Stil Kelder
25 24U Stil
Kantoor
26 24U Luid
Zolder
27 24U Luid
Overloop
28 Geen alarm
Tuin
29 Geen alarm
Hal
30 Geen alarm
Werkplaats
* Opmerking: alle zones zijn standaard melodie-Uit. Voer uw eigen keuze in de laatste kolom in en programmeer
overeenkomstig.
4
44
4.
..
.4 DE
4 DE4 DE
4 DE
CONTROLEPANEEL
CONTROLEPANEELCONTROLEPANEEL
CONTROLEPANEEL PARAMETERS
PARAMETERS PARAMETERS
PARAMETERS DEFINIEREN
DEFINIEREN DEFINIEREN
DEFINIEREN
4.4.1 Inleiding
In deze modus kunt u de verschillende instellingen van het
controlepaneel aanpassen naar de gewoonten en het
persoonlijke gedrag van de gebruiker. In figuur 4.4. wordt
hiervan een geïllustreerde procedure weergegeven. In
deze illustratie wordt iedere geselecteerde optie met een
donker vakje aan de rechterkant aangegeven. Om de
opties te bekijken klikt u herhaaldelijk op de
of de knop totdat de gewenste optie verschijnt, klik
vervolgens op de knop TONEN/OK
.
4.4.2 Inloopvertragingen 1 en 2
(fig. 4.4,
locatie 01, 02)
De gebruiker kan (als het alarm is ingeschakeld) door
twee ingangen het pand betreden zonder een alarm te
veroorzaken.
Na binnenkomst moet de gebruiker het controlepaneel
uitschakelen voordat de inloopvertraging is verstreken. Als
de deur wordt geopend gaat er een langzaam piepgeluid
klinken, totdat in de laatste 10 seconden het piepgeluid
wordt versneld. Op locatie nr. 1 (inloopvertraging 1) en 2
(inloopvertraging 2) kunt u de duur van de vertragingstijd
programmeren. De beschikbare opties van iedere
vertragingen zijn: 00s, 15s, 30s, 45s, 60s, 3m en 4m.
4.4.3 Uitloopvertraging
(fig. 4.4, locatie 03)
De uitloopvertraging stelt de gebruiker in staat het
systeem in te schakelen en het beveiligde pand via
gespecificeerde routes te verlaten zonder dat het alarm
afgaat. Als het inschakelingcommando is gegeven gaat er
een langzaam piepgeluid klinken, totdat in de laatste 10
seconden het piepgeluid wordt versneld. In locatie 3 kunt u
de uitloopvertragingstijd programmeren. De beschikbare
opties zijn: 30s, 60s, 90s, 120s, 3m, 4m.
4.4.4 Tijdsduur belgeluid
(fig. 4.4, locatie 04)
Hier bepaalt u hoelang het belgeluid (of sirene) zal luiden
bij een alarm. De tijdsduur van het belgeluid begint als de
sirene wordt geactiveerd. De sirene stopt automatisch
zodra de sirene tijdsduur is verstreken.
Beschikbare opties zijn: 1, 3, 4, 8, 10, 15 en 20 minuten.
4.4.5 Interruptietijd
(fig. 4.4, locatie 05)
Hier kunt u de toegestane systeem tijdsduur selecteren om
een alarm te interrumperen (niet geldig voor de alarmen
voor BRAND, 24UUR GELUIDLOOS, NOOD, GAS en
WATERMELDING zones). De PowerMax Pro is
geprogrammeerd om een “interruptie interval” te geven die
gelijk begint bij een gebeurtenismelding. Tijdens deze
interval zal een zoemer afgaan, de sirene wordt niet
geactiveerd en zal het alarm niet doorgemeld worden. Als
de gebruiker binnen deze tijd het systeem uitschakelt,
wordt het alarm afgebroken.