Operation Manual
7
Ruimteverwarming
■ Ruimtetemperatuur:
Maak de ruimtes niet te warm. Iedere
graad ruimtetemperatuur minder
spaart maar liefst 6 % aan verwar-
mingskosten.
Zet de ruimtetemperatuur niet hoger
dan 20 °C.
■ Modi:
Als u geen ruimteverwarming wilt,
kiest u één van de volgende modi:
– Als u de ruimten 's zomers niet wilt
verwarmen, maar wel warm water
nodig heeft, stelt u de draai-
knop ”
tw
” in (zie pagina 12) en
zet u de draaiknop ”
tr
” op ”0”.
– Als u gedurende langere tijd geen
ruimten wilt verwarmen en geen
warm water nodig heeft, stelt u de
draaiknoppen ”
tr
” en ”
tw
” in
op ”0”.
■ Luchten:
Om te luchten zet u de ramen even
helemaal open en sluit u daarbij de
thermostaatkranen (indien er geen
woningventilatiesysteem aanwezig
is).
■ Rolluiken:
Laat de rolluiken (indien aanwezig)
neer, zodra het donker wordt.
■ Thermostaatkranen:
Stel de thermostaatkranen goed in.
■ Radiatoren:
Zet de radiatoren en thermostaatkra-
nen niet dicht.
Warmwaterbereiding
■ Warmwatertemperatuur:
Stel de temperatuur in de warmwater-
boiler niet te hoog in (zie pagina 12).
■ Warmwaterverbruik:
Neem een douche i.p.v. een bad. Een
douche vereist doorgaans minder
energie dan een vol bad.
Tips voor meer comfort
Warmwaterbereiding
■ Comfortfunctie:
Als de comfortfunctie ingeschakeld is,
wordt het doorstroomtoestel op tem-
peratuur (stand-by) gehouden. Warm
water is daardoor snel beschikbaar.
Comfortfunctie inschakelen, zie
pagina 13.
Eerst informeren
Tips om energie te sparen
5589 584 NL










