Operation Manual

10
Voordat u een uitgeschakelde verwar-
mingsinstallatie na langere tijd weer in
bedrijf stelt, adviseren wij u contact op te
nemen met uw verwarmingsfirma.
1
0
2
3
4
bar
1. Controleer de druk van de verwar-
mingsinstallatie op de manometer.
Minimum installatiedruk 0,8 bar.
Neem contact op met uw verwar-
mingsfirma als de druk van de instal-
latie te laag is.
2. Bij open werking:
De verbrandingslucht wordt uit de
installatieruimte gehaald.
Controleer of de beluchtings- en ont-
luchtingsopeningen van de installa-
tieruimte openstaan en niet geblok-
keerd zijn.
3. Gasafsluitkraan openen.
4. Netschakelaar inschakelen.
Uw verwarmingsinstallatie en ook de
kamerthermostaat (indien aangeslo-
ten) zijn nu bedrijfsklaar.
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
Met vorstbeschermingsbewaking
Meer informatie vindt u in het
hoofdstuk ”Begripsverklaringen”
in de bijlage.
Als u uw verwarmingsketel enkele dagen
niet wilt gebruiken, kunt u het toestel uit-
schakelen.
In- en uitschakelen
Verwarmingsinstallatie inschakelen
5589 584 NL