Product Manual
3 
EN  NL  FR  DE  ES  SE  IT 
1. Korte gebruiksomschrijving 
A. Sluit de acculader aan op de accu of accu's (zie afbeelding 1). 
B. Steek de voedingskabel van de acculader in de 
wandcontactdoos. De TEST-LED geeft aan dat de voedingskabel 
is aangesloten op de wandcontactdoos. 
De TEST-LED knippert zolang de accuspanning door de 
laadimpuls 12V resp. 24V niet overschrijdt. 
C. Druk, indien nodig, op de knop MODE om een ander 
laadalgoritme te kiezen (de acculader onthoudt de modus als 
deze van de voeding en/of de accu wordt losgekoppeld). 
Als herconditionering wordt geselecteerd, brandt de LED 
RECONDITION en gaat deze knipperen als de herconditionering 
actief is. 
De acculader schakelt over op NIGHT (nachtstand) door 3 
seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. De TEST-
LED knippert dan elke seconde. De modus NIGHT eindigt 
automatisch na 8 uur en kan eerder worden beëindigd door 
nogmaals 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. 
De acculader schakelt over op LOW (lage spanning) door 6 
seconden lang de knop MODE ingedrukt te houden. De TEST-
LED knippert dan twee keer per seconde. De modus LOW blijft 
actief tot de knop MODE nogmaals 6 seconden lang wordt 
ingedrukt. 
Als LED NIGHT of LOW brandt, wordt de uitgangsstroom beperkt 
tot max. 50% van de nominale uitgangsstroom en wordt de 
acculader geheel geruisloos. 
D. De accu is voor ongeveer 80% opgeladen en klaar voor 
gebruik als de absoprtie LED gaat branden. 
E. De accu is volledig geladen als de LED FLOAT (druppellading) 
of STORAGE (opslag) brandt.  
F. U kunt het opladen op elk gewenst moment stoppen door de 
voeding naar de lader te onderbreken. 










