User Manual
8 
De lader kan in de modus Lage stroom (zie technische specificaties) 
worden gezet door 3 seconden lang de knop MODE ingedrukt te 
houden. Een van de vier MODE LEDs gaat knipperen als de modus 
Lage stroom is geactiveerd. 
De modus Lage stroom blijft actief tot de knop MODE nogmaals 3 
seconden lang wordt ingedrukt. 
2.  BULK 
Laadt de accu met maximale stroomsterkte totdat de 
absorptiespanning wordt bereikt. Aan het eind van de bulk 
fase is de accu ongeveer 80% geladen en klaar voor 
gebruik.
3.  ABS - Absorptie 
Laadt de accu met een constante spanning en met 
afnemende stroomsterkte totdat deze volledig geladen is. 
Zie bovenstaande tabel voor de absorptie spanning bij 
kamer temperatuur. 
Variabele absorptie tijd: 
De absorptie tijd is kort (minimaal 30 minuten) wanneer een 
al bijna volledig geladen accu wordt aangesloten, en loopt 
op tot 8 uur bij een diep ontladen accu.
4.  RECONDITION 
RECONDITION is een optie bij de laadprogramma’s 
NORMAL en HIGH en kan worden geselecteerd door de 
MODE knop nogmaals in te drukken na het selecteren van 
het gewenste laad algoritme. 
Tijdens RECONDITION wordt de accu met weinig stroom 
(8% van de nominale stroom) geladen tot een hogere 
spanning. RECONDITION vindt plaats aan het einde van de 
absorptie fase en eindigt na maximaal een uur of eerder 
wanneer de hogere spanning bereikt is. 
De RECONDITION LED staat aan tijdens laden en knippert 
tijdens RECONDITION. 
Voorbeeld: 
Bij een 12/15 lader is de RECONDITION stroom 
15 x 0,08 = 1,2A.
5.  FLOAT 
Houdt de accu op een constante spanning en volledig 
geladen.
6.  STORAGE 
Houdt de accu op een lagere constante spanning om 
gasvorming en corrosie van de positieve platen te 
voorkomen. Langzame zelfontlading wordt gecompenseerd 
door een korte wekelijkse absorptie lading.










