Product Manual
6
3.2 Accu's vóór het gebruik opladen
De accu's zijn ca. 50% opgeladen als deze worden verzonden.
Als in serie aangesloten accu's worden opgeladen, stijgt de spanning of de
accu's of cellen met de hoogste beginlaadstatus als de accu volledig is
opgeladen, terwijl andere accu's of cellen misschien achterlopen. Dit kan
leiden tot overspanning bij de accu's of cellen met de hoogste beginlaadstatus
en dan wordt het laadproces door het BMS onderbroken.
Daarom moeten nieuwe accu's volledig worden opgeladen voordat deze
worden gebruikt in een serie- of in een serie-parallelconfiguratie.
Dit kan het beste plaatsvinden door de accu's individueel op te laden met een
lage stroom (C/20 of minder) met een lader of voeding die is ingesteld op
14,2V resp. 28,4V. Een absorptieperiode van meerdere uren bij 14,2V resp.
28,4V wordt geadviseerd om de cellen volledig te egaliseren.
Als er geen BMS wordt gebruikt, laad de accu dan alleen op als een
supervisor aanwezig is die het laadproces in geval van een storing van de
accu kan stoppen.
Een parallelle aansluiting van de accu's en het gelijktijdig opladen is ook
mogelijk. In dat geval moet elke accu zijn beveiligd met een zekering en
bedraagt de aanbevolen laadspanning weer C/20 of minder, waarbij C de
capaciteit is van één van de parallel aangesloten accu's.
4. Werking
4.1 Celbalancering en alarmen
Elke 12,8V accu bestaat uit vier in serie geschakelde cellen en het interne
celbalanceringssysteem:
a) Meet de spanning van elke cel en verplaats Ah van cellen met de
hoogste spanning naar cellen met een lagere spanning tot het
spanningsverschil tussen de cellen minder is dan 10 mV (actief
balanceren).
b) geeft een overspannings- (celspanning > 3,75V) of onderspannings-
(celspanning < 2,80V) alarm af dat door het BMS moet worden
verwerkt (zie 4.3).
c) geeft een overtemperatuur (T > 75°C) alarm af dat door het BMS
moet worden verwerkt.
d) Geeft een alarm voor een te lage temperatuur (T < 5°C) dat door het
BMS moet worden verwerkt (zie 4.4).
Opmerking:
De balans tussen de cellen van een accu of van in serie aangesloten accu’s
kan verstoord worden door hoge ontladingsstromen en korte
druppellaadperiodes.
De beschikbare accucapaciteit wordt dan verminderd en er kan een
celoverspannningsalarm optreden.
Ga te werk volgens de procedures beschreven in paragraaf 3.2 om de accu's
volledig op te laden en te egaliseren.