Instruction Manual
4 060217.02
Remote control WRC
1 Veiligheid
Waarschuwingsaanduidingen
In deze handleiding worden in verband met veiligheid de volgende
waarschuwingsaanduidingen gebruikt:
Gevaar
Geeft aan dat er een groot potentieel gevaar aanwezig is dat ernstig
letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
WaarschuWinG
Geeft aan dat er een potentieel gevaar aanwezig is dat letsel tot ge-
volg kan hebben.
voorzichtiG
Geeft aan dat de betreende bedieningsprocedures, handelingen,
enzovoort, letsel of fatale schade aan de machine tot gevolg kunnen
hebben. Sommige VOORZICHTIG-aanduidingen geven tevens aan
dat er een potentieel gevaar aanwezig is dat ernstig letsel of de dood
tot gevolg kan hebben.
Let op
Legt de nadruk op belangrijke procedures, omstandigheden, enzo-
voort.
Symbolen
Geeft aan dat de betreende handeling moet worden uitge-
voerd.
Geeft aan dat een bepaalde handeling verboden is.
Deel deze veiligheidsinstructies met alle gebruikers.
Algemene regels en wetten met betrekking tot veiligheid en ter voor-
koming van ongelukken dienen altijd in acht te worden genomen.
2 Inleiding
Met behulp van de radiograsche afstandsbediening kan een boeg-
schroef en/of een hekschroef vanaf iedere gewenste positie aan
boord worden bediend.
Dit product is uitsluitend bestemd voor de toepassing zoals in deze
handleiding is beschreven en dient uitsluitend voor dit doel te
worden gebruikt. Ieder ander gebruik geldt als in strijd met de be-
stemming. Vetus aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de daaruit
voortvloeiende schade. De aanspraak op garantie vervalt indien ei-
genmachtige wijzigingen aan het product zijn uitgevoerd.
Een afstandsbediening (sleutelhanger) bestuurt de boeg- en hek-
schroeven via CAN-berichten en relaisuitgangen.
3 Installatie
WaarschuWinG
Om persoonlijk letsel te voorkomen dienen tijdens installatie
en onderhoud van de boeg- en of hekschroef de elektrische
aansluitingen altijd losgekoppeld te zijn.
Plaats de ontvanger zo ver mogelijk weg van grote metalen delen en
elektromotoren.
• Sluit de ontvanger aan zoals in het schema is aangegeven.
• Monteer de antenne om een goede ontvangst van het signaal te
waarborgen.
• Plaats de batterij in de zender, zie hoofdstuk 5.
• Koppel de afstandsbediening met de ontvanger, zie hoofdstuk 6.
• Controleer de werking.
4 Gebruik
4.1 Ontvanger
• Schakel de voedingspanning van de ontvanger in.
De led op de ontvanger gaat knipperen en de afstandsbediening
is klaar voor gebruik.
Wanneer de ontvanger in gebruik is, zullen de corresponderende
gele leds (OUT1, OUT2, OUT3, OUT4) gaan branden en CAN com-
mando's worden uitgezonden.
De leds geven het gedrag van het relais weer, niet de VCAN com-
mando's.
4.2 Zender
• Houd de 'ON' knop op de zender 2 seconden ingedrukt.
De led op de zender gaat knipperen en de afstandsbediening is
gereed voor gebruik.
Een boegschroef en een hekschroef kunnen afzonderlijk of gelijktij-
dig worden bediend met behulp van de 4 toetsen.
- De blauwe led op de zender blijft branden zolang een van de
knoppen wordt ingedrukt.
- Voor een correcte werking is de maximale afstand tussen de zen-
der en de ontvanger 15 meter.
- Met behulp van de 4 toetsen kan een boegschroef en een hek-
schroef bediend worden.
- (alleen DC schroeven) Het duurt ongeveer 1,5 seconde voordat de
ontvanger reageert wanneer een knop met tegengestelde actie
(Bakboord <> Stuurboord) wordt ingedrukt (bediening met relais).
- De zender gaat automatisch uit na ongeveer 5 minuten wanneer
deze niet wordt gebruikt.
N.B. De ontvanger blijft in stand-by modus en schakelt de groene
led uit om te voorkomen dat de batterij wordt ontladen. Indien ge-
durende 10 minuten niet gebruikt, schakelt de ontvanger de boeg/
hekschroeven uit en gaat in stand-by modus.
NEDERLANDS