Installation Instructions
EL500SE Instellingen
Vercoma Communicatie Systemen B.V. © 2014
V1.5
…thinks outside the box!
Blad 8/16
24-12-2014
inaire codering van switch-blok SW2 van de EL500SE
B microprocessor module.
Wanneer de switchen op UIT staan hebben ze de waarde 0. Elke switch heeft een waarde
welke hieronder aangegeven.
De waarde van het etagepaneel wordt gecreëerd door het optellen van de waardes van
de switchen welke op AAN staan ingesteld.
Voorbeeld: 64+0+16+0+4+2+1=87
Switch nummer:
AAN waarde:
4
64
5
32
6
16
7
8
8
4
9
2
10
1
eschrijving configuratie dip-switch blok SW2 van de
B EL500SE microprocessor module.
De SW2 configuratie dip-switch is ongeveer in het midden
van de print geplaatst. Deze wordt toegankelijk door het
openen van de beschermkap.
ZELFOPROEP:
Hiermee kan de zelfoproep geactiveerd worden (audio-video communicatie
zonder dat er eerst een oproep is gedaan) naar het buitendeurpaneel waar
deze switch AAN staat. In systemen met meerdere buitendeurpanelen
dient deze functie op maar één buitendeurpaneel te zijn geactiveerd; in
systemen met algemene deurpanelenen kan deze functie op elk
etagepaneel geactiveerd worden.
PROGRAMMEER SWITCH:
Zet deze switch op Aan voor het programmeren van monitoren en
deurtelefoons. Indien de programmering klaar is zet deze switch dan weer
op UIT. Zie voor programmeren de betreffende programmeerhandleiding .
Voor een algemeen deurpaneel (EL501 modus), zet deze op AAN om de
beldrukker met de code van een monitor of deurtelefoon te programmeren.
Indien de programmering klaar is zet deze switch dan weer op UIT.
MASTER/SLAVE en AFWIJKEND BELSIGNAAL:
Plaats op UIT indien het een MASTER buitendeurpaneel is. Elke installatie
mag maar één MASTER paneel bevatten; de rest moet als slave (AAN) zijn
ingesteld.
In systemen met een algemeen deurpaneel en etagedeurpanelen zet men
de switch op de etagedeurpanelen op Aan en op het algemene deurpaneel
op UIT, zo is er een onderscheidt tussen het aanbelsignaal.
BINAIRE CODERING:
Met switch nummer 4 tot 10 stelt men de etagecode in. In hoofdstrangen met
meerdere buitendeurpanelen, stel de code voor elk paneel hetzelfde in; in
systemen met algemene deurpanelen, stel voor elk etagedeurpaneel een
andere code in. stel een code in tussen de 1 en 120 voor de
etagedeurpanelen (tot 127 met codepalenen) en de code 0
(Fabrieksinstelling) voor algemene deurpanelen. Zie hieronder hoe een
code kan worden ingesteld.
Fabrieksinstelling










