Operation Manual

Opties bij het invoeren van tekens
Bij het invoeren van tekens kunt u kiezen uit
de volgende opties:
Spatie: hiermee voegt u een spatie in de
tekenreeks in.
Wissen: hiermee wist u het laatst inge-
voerde teken.
Lijst: hiermee geeft u alle vermeldingen
in de geselecteerde navigatiedatabase
weer die met de tot nu toe ingevoerde
tekenreeks beginnen.
Terug: hiermee breekt u het invoeren af
en gaat u terug naar het naasthogere
menu.
OK: hiermee neemt u de ingevoerde te-
kenreeks over.
Begeleiding
Als u alle beschikbare gegevens voor het be-
stemmingsadres hebt ingevoerd, kunt u de
begeleiding starten.
Het invoeren van een plaatsnaam volstaat
voor de navigatie. Het navigatiesysteem
brengt u daarna tot aan de stadsgrens.
Kies ”Begeleiding” in het navigatiemenu.
De route wordt gepland, op de monitor
verschijnt het begeleidingsscherm.
Al naar gelang de eerder gekozen weer-
gave kan dit de pictogram-, de kaart- of
de split-screen-weergave zijn (zie ook de
paragraaf “Schermweergaveopties“).
Het navigatiesysteem begeleidt u ver-
volgens met grafische en gesproken
aanwijzingen naar de ingevoerde be-
stemming.
Schermweergaveopties
De volgende 4 soorten schermweergaveopties
zijn voor de begeleiding beschikbaar:
Pictogrammen: grafische weergave van
de afslagaanwijzingen als pictogrammen
Kaart*: kaartweergave van de geplande
route. De pijl markeert de actuele positie
van de auto.
en de beide gecombineerde weergavesoorten
(split screen):
Kaart* / pictogrammen
Kaart* / boordcomputer
Overschakelen op een andere
weergavesoort
Door te drukken op de NAVIGATION-
toets kunt u steeds tussen de verschil-
lende weergavesoorten overschakelen:
* De kaart kan naar keuze in 2D of 3D (per-
spectivisch) worden weergegeven.
BEDIENING SET-UP MONTAGEINHOUD
95