Operation Manual

Navigatiesysteem
aanpassen
U kunt talrijke instellingen wijzigen om het
navigatiesysteem naar wens aan te passen.
Een gedetailleerde beschrijving van alle
functies vindt u in de gebruiksaanwijzing
op de DVD/CD ROM.
Kaartweergave
Activeren en instellen voor de automatische
kaartschaal.
Na het activeren van de automatische optie
kunnen de schaalwaarden voor de volgende
gebieden worden gespecificeerd:
Snelweg
Buiten bebouwde kom
Bebouwde kom
Beeldscherm
Instellen van de volgende beeldschermeigen-
schappen:
statusbalk
kleur bij dag
kleur bij nacht
Instellen van de afhankelijkheid van het
kleurenschema van de verlichting van
het voertuig:
– automatische omschakeling (afhan-
kelijk van de instelling van de koplam-
pen)
– altijd dagkleuren
– altijd nachtkleuren
Berichtselectie
Kiezen van de soort TMC-verkeersberichten
die door het navigatiesysteem moeten wor-
den weergegeven.
Sla de gewijzigde keuzelijst met
“Opslaan“ op.
Belangrijke verkeersberichten kunnen
niet worden gedeselecteerd.
Routecriterium
Voor het berekenen van de route kunt u ver-
schillende criteria kiezen:
Snel: geschikt voor alle situaties.
Kort: goed voor stadsritten.
Snelwegen: nuttig wanneer u het liefst
snelwegen gebruikt.
Secundaire wegen: nuttig wanneer u
snelwegen wilt vermijden.
Het symbool van het gekozen routecri-
terium verschijnt op de statusregel.
Bovendien kunt u ook de volgende routeop-
ties activeren:
Tolwegen vermijden
Veerdiensten vermijden
Tunnels vermijden
Dynamische route: hiermee activeert/
deactiveert u de dynamische routeplan-
ning.
Voor de instellingen voor de dynamische
routeplanning verwijzen wij u naar
“Dynamische route“, zie onderstaand.
Dynamische route
Instellen van de volgende parameters voor
de dynamische routeplanning:
Omleidingwens: via deze optie legt u vast
of het navigatiesysteem bij verkeersbe-
lemmeringen wel of geen omweg plant.
Er zijn vijf niveaus beschikbaar. Het laag-
ste niveau (1) betekent dat afhankelijk
van de omstandigheden en de berekende
vertraging ook de oorspronkelijke route
door de file heen wordt geprefereerd.
Als de hoogste waarde is gekozen, wordt
er in de meeste gevallen een omleiding
gepland.
Niveau 3 biedt u een evenwichtige instel-
ling bij de dynamische routeplanning.
Deze waarde is af fabriek ingesteld.
BEDIENING SET-UP MONTAGEINHOUD
105