Operation Manual

Gesproken meldingen
Zodra u de begeleiding hebt ingeschakeld, krijgt u - naast de symbolen op de
begeleidingsschermen - gesproken aanwijzingen te horen.
U hebt de gesproken aanwijzing niet gehoord?
Druk op de VOICE-toets van de afstandsbediening.
:
De laatste begeleidingsaanwijzing wordt herhaald of er volgt een geactualiseerde
begeleidingsaanwijzing.
Wanneer het symbool l op de statusregel knippert, is de gesproken aanwijzing
uitgeschakeld. Druk op de toets V of de toets W van de afstandsbediening om de
aanwijzingen weer in te schakelen.
Alternatieve route plannen
U kunt het navigatiesysteem tijdens de begeleiding een alternatieve route over een
afstand naar keuze laten plannen. Gebruik deze optie wanneer u bijv. een file wilt
omzeilen of wanneer de geplande route u niet bevalt. De alternatieve route wordt
voor de aangegeven afstand vanaf de actuele positie van het voertuig berekend.
Druk op de ALT-R-toets.
:
Het systeem toont nu de afstand waarvoor een alternatieve route moet worden
gepland. Deze kan tussen 1 en 50 km worden ingesteld.
Kies de waarde achter „Afstand:“ en druk op de OK-toets.
Stel de waarde met behulp van de cursortoetsen in en druk op de OK-toets.
Kies de optie „Ja” om de ingevoerde waarde over te nemen en de planning van de
alternatieve route te starten.
Kies „Nee“ om de planning van een alternatieve route af te breken.
Schermweergaveopties
De volgende 4 soorten schermweergaveopties zijn voor de begeleiding beschikbaar:
Pictogrammen: grafische weergave van de afslagaanwijzingen als pictogrammen
Kaart: kaartweergave van de geplande route. De pijl markeert de actuele positie
van de auto.
en de beide gecombineerde weergavesoorten (split screen):
Kaart / pictogrammen
Kaart / boordcomputer
Overschakelen op een andere weergavesoort
Door te drukken op de NAVIGATION-toets kunt u steeds tussen de verschillende
weergavesoorten overschakelen:
Navigatie
21