Operation Manual
Gesproken meldingen
Zodra u de begeleiding hebt ingeschakeld, krijgt u - naast de symbolen op de
begeleidingsschermen - gesproken aanwijzingen te horen.
■
U hebt de gesproken aanwijzing niet gehoord?
☞
Druk op de VOICE-toets van de afstandsbediening.
:
De laatste begeleidingsaanwijzing wordt herhaald of er volgt een geactualiseerde
begeleidingsaanwijzing.
✎
Wanneer het symbool l op de statusregel knippert, is de gesproken aanwijzing
uitgeschakeld. Druk op de toets V of de toets W van de afstandsbediening om de
aanwijzingen weer in te schakelen.
Alternatieve route plannen
U kunt het navigatiesysteem tijdens de begeleiding een alternatieve route over een
afstand naar keuze laten plannen. Gebruik deze optie wanneer u bijv. een file wilt
omzeilen of wanneer de geplande route u niet bevalt. De alternatieve route wordt
voor de aangegeven afstand vanaf de actuele positie van het voertuig berekend.
☞
Druk op de ALT-R-toets.
:
Het systeem toont nu de afstand waarvoor een alternatieve route moet worden
gepland. Deze kan tussen 1 en 50 km worden ingesteld.
☞
Kies de waarde achter „Afstand:“ en druk op de OK-toets.
☞
Stel de waarde met behulp van de cursortoetsen in en druk op de OK-toets.
☞
Kies de optie „Ja” om de ingevoerde waarde over te nemen en de planning van de
alternatieve route te starten.
✎
Kies „Nee“ om de planning van een alternatieve route af te breken.
Schermweergaveopties
De volgende 4 soorten schermweergaveopties zijn voor de begeleiding beschikbaar:
❑ Pictogrammen: grafische weergave van de afslagaanwijzingen als pictogrammen
❑
Kaart: kaartweergave van de geplande route. De pijl markeert de actuele positie
van de auto.
en de beide gecombineerde weergavesoorten (split screen):
❑
Kaart / pictogrammen
❑
Kaart / boordcomputer
■
Overschakelen op een andere weergavesoort
☞
Door te drukken op de NAVIGATION-toets kunt u steeds tussen de verschillende
weergavesoorten overschakelen:
Navigatie
21










