Operation Manual

8
MONTAGETIPS
De luchtkanalen kunnen in elkaar geschoven worden, zo kan men spelen
met de benodigde lengte van het plenum tot aan het ventielaansluitstuk.
Zorg ervoor dat de rubberen dichting lichtjes ingevet is, dit om de
montage te vergemakkelijken.
Als een verbinding wordt gemaakt tussen twee onderdelen moeten de
onderdelen uitgelijnd zijn t.o.v. elkaar, er mag dus geen spanning op de
verbinding staan. Dit om lekken te vermijden.
Er mag enkel een bocht gemaakt worden in het plat vlak van het
luchtkanaal (zie afbeelding luchtkanaal).
Als de luchtkanalen in een vroeg stadium van de bouw worden geplaatst,
dient men de openingen af te dichten om te voorkomen dat vuil en stof in
de luchtkanalen komt.
Zorg ervoor dat er onder een toe- of afvoerventiel voldoende ruimte is
voor een goede luchtverdeling, m.a.w. plaats geen hoge kast onder het
ventielaansluitstuk.
Voor het ventielaansluitstuk raden wij een boring aan van minimum
Ø 130 mm.
Het ventiel dient steeds op minimum 60 cm van een wand geplaatst
te worden.