Operation Manual
1
2
3
4
5
7
9
8
6
10
Mogelijke oorzaken zijn:
• Schakelaar niet gekoppeld, zie koppelen schakelaar
• Zendbereik onvoldoende
• Plaats de schakelaar op een plek waar deze het signaal kan ontvangen
• Geen spanning op de ventilatie-unit
• Stekker steekt niet in het stopcontact.
• Het stopcontact is spanningsloos. Controleer de zekering in de zekeringkast.
• Voedingskabel beschadigd/niet aangesloten op de printplaat van de
ventilatie-unit.
• Printplaat defect
Mogelijke oorzaken zijn:
• Ventilatorkabels beschadigd/niet aangesloten
• Printplaat defect
• Ventilator defect
• Flowsensor beschadigd/niet aangesloten
• Schakelaar defect
• Levensduur batterij bijna bereikt, vervang batterij
Mogelijke oorzaken zijn:
• Ingestelde luchtcapaciteit komt niet overeen met de berekende luchtcapaciteit
• Luchtkanalen niet correct gemonteerd
• Ventilator is vuil, zie onderhoud van de ventilatie-unit (p. 11)
• Ventilator defect
1 Aanvoerbox
2 Achterwand ventilator
3 Voorwand ventilator
4 Voorwand afvoerbox
5 Afdekplaat
6 Isolatieblok
7 Dichtingsring
8 Ventilator 85W190 (Art.nr. 11VE51101)
9 Printplaat RF
10 Stekker
11 Schakelaar (enkel meegeleverd bij 11VE00004)
(Art.nr. 11VE20012)
12STORING/ONDERDELENLIJST
11