Operation Manual
4 Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding actoSTOR
2.2.4 Veranderingen
Veranderingen aan de toevoerleidingen alsook aan de
uitblaasleiding en het veiligheidsventiel mogen uitslui-
tend door uw installateur uitgevoerd worden!
2.3 Aanwijzingen bij installatie en gebruikneming
2.3.1 Netaansluiting
Het systeem uit ecoVIT/icoVIT en actoSTOR wordt via de
contactstrip van de actoSTOR aan het stroomnet aange-
sloten. De spanningsvoeding van de ecoVIT/icoVIT
gebeurt via de kabelboom van de actoSTOR (aansluiting
van de kabelboom zie 4.5). Een afzonderlijke span-
ningstoevoer voor de ecoVIT/icoVIT is dus niet vereist.
Attentie!
De boiler wordt met een zwerfstroomanode
beschermd. De onderbreking van de span-
ningstoevoer van de actoSTOR betekent cor-
rosiegevaar voor de boiler, zolang die met water
gevuld is.
2.3.2 Contactstrip voor de elektrische aansluiting
Naast de klemmen voor de netaansluiting is in de E-box
van de actoSTOR een bijkomende steekplaats voor de
elektrische aansluiting van een van de volgende compo-
nenten voorhanden:
- Circulatiepomp (fabrieksinstelling); toebehorenset voor
de inbouw in de actoSTOR verkrijgbaar
- Externe storingsmelding/bedrijfsmelding
- Extern gasventiel
Meer informatie over de aansluiting en de juiste instel-
ling van de diagnosepunten vindt u in d paragrafen 4.5
en 5.3 alsook in de installatiehandleiding van de ecoVIT/
icoVIT.
2.3.3 Accessoires
Bij de boiler VIH K 300 biedt Vaillant het volgende toe-
behoren aan:
- Boilerlaadset art.nr.: 305 980
- 10 bar veiligheidsgroep art.nr: 305 826
Meer informatie vindt u in de actuele prijslijst.
2.4 Aanwijzingen bij de inbedrijfname
Bij de inbedrijfname moeten de volgende aanwijzingen
in acht genomen worden om de perfecte werking van
het toestel te garanderen.
- Ontluchting van het gebruikswatercircuit
Ontluchtingsschroef boven in de actoSTOR (zie 5.1)
- Instelling van de gebruikswaterlaadpomp
Stand I of II aan de pomp (zie 5.1)
- Instelling van het diagnosepunt „d.16”
d.16 moet op „3 = boilerlaadpomp” ingesteld zijn.
3 Bediening
3.1 Inbedrijfname
Gelieve de volgende punten bij de inbedrijfname van uw
boiler in acht te nemen:
• Is de koudwaterleiding geopend?
Indien niet, dan open de leiding.
• Is de boiler met water gevuld?
U merkt dit als u een warmwateraftappunt opent en er
water uit komt. Komt er geen water uit, dan vult u het
toestel door de koudwaterleiding te openen. Zodra er
water uit het warmwateraftappunt komt, is de boiler
volledig gevuld.
• Is de ecoVIT/icoVIT gebruiksklaar?
Indien niet, schakel hem dan in.
3.2 Instelling van de boilerwatertemperatuur
* 15°C
40°C
70°C
1
2
Afb. 3.1 Boilerwatertemperatuur instellen
* Vorstbeveiliging
Verbrandingsgevaar!
Houd er rekening mee dat naargelang de instel-
ling warm water met temperaturen tot 70 °C uit
de warmwateraftappunten kan komen!
• Stel de gewenste boilerwatertemperatuur aan de
ecoVIT/icoVIT in (1).
Tijdens de instelling kunt u de gewenste boilertempera-
tuur aan het display van de ecoVIT/icoVIT aflezen.
Om hygiënische (b.v. bescherming tegen de legionella-
bacterie) en economische redenen, raden we u een
instelling van 60 °C aan.
• Door het indrukken van de „+”-toets (2) aan uw
ecoVIT/icoVIT wordt de actuele boilertemperatuur
gedurende vijf seconden weergegeven.
Aanwijzing!
Het laden van de boiler begint pas als de
voorlooptemperatuur van het verwarmings-
toestel 5 °C hoger ligt dan de gewenste boiler-
temperatuur.
2 Veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor de installatie
en inbedrijfname
3 Bediening