Operation Manual

11Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding actoSTOR BE
5.2 Instruering van de gebruiker
Ins
trueer de gebruiker over het gebruik en de werking
van het toestel.
Hierbij moeten vooral de volgende maatregelen uitge-
voerd worden:
Geef hem de installatie- en bedieningshandleiding als-
ook de overige toestelpapieren.
Geef de nodige aanwijzingen i.v.m. de juiste, economi-
sche instelling van de temperaturen.
Geef tips over de noodzaak van een regelmatig onder-
houd van de installatie (onderhoudscontract).
• Informeer over de serviceaanwijzing bij een nodige
reparatie van de zwerfstroomanode (zie hoofdstuk 3.3).
5.3 Controle van belangrijke diagnosepunten
Voor de perfecte werking van de actoSTOR is de juiste
instelling van bepaalde diagnosepunten aan de
ecoVIT/icoVIT vereist.
Gelieve de instellingen aan de hand van de volgende
tabel te controleren en stel, indien nodig, de juiste
waarden in.
d.16 Moet op stand „3” ingesteld zijn
(fabrieksinstelling)
d.27 Functiekeuze voor bijkomende steekplaats aan de
contactstrip:
- Circulatiepomp (fabrieksinstelling)
- Externe storingsmelding/bedrijfsmelding
- Extern gasventiel
d.72 Pompnalooptijd na lading van de boiler = 60 °C
d.78 Max. voorlooptemperatuur bij boilerlading = 85 °C
Inbedrijfname 5
Inspectie en onderhoud 6
6 Inspectie en onderhoud
6.1 Beschermingsanode
De zwerfstroomanode verbruikt zichzelf niet. De perfec-
te werking is gegarandeerd zolang op het display van de
ecoVIT/icoVIT geen fout weergegeven wordt.
6.2 Warmtewisselaarcircuit
Het warmtewisselaarcircuit is weinig gevoelig voor kalk.
Als een vervuiling van de warmtewisselaar, de pomp of
de buisleidingen de opwarmingstijden van de boiler dui-
delijk verlengt, dan wordt dit door een onderhoudsaan-
wijzing „Onderhoud - warmwaterbereiding controleren”
op het display van de ecoVIT/icoVIT weergegeven.
De vereiste controle van het toestel moet door een
erkende installateur uitgevoerd worden.