Voor de installateur/voor de gebruiker Bedienings- en installatiehandleiding turboMAG Geyser turboMAG 11-2/0 turboMAG 14-2/0 turboMAG 17-2/0 NL
Voor de gebruiker Bedieningshandleiding turboMAG Inhoudsopgave Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Bijzondere productkenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CE-aanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gaskeur-CW-Label . . . . . . .
Algemene informatie Bijzondere productkenmerken Aanwijzingen bij de documentatie 1 Algemene informatie De toestellen turboMAG 11-2/0, 14-2/0 en 17-2/0 zijn aansluitklaar; ze hoeven enkel met de water- en gasleidingen, de verbrandingsluchttoevoer/verbrandingsgasafvoer en het elektriciteitsnet aangesloten te worden. Ze dienen om een of meerdere tappunten, bijv. wastafels, douches en badkuipen van warm water te voorzien.
1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Veiligheid 1.4 Gaskeur-CW-Label Het toestel voldoet aan de Gaskeur-gebruiksklasse 3. Dit betekent dat het toestel aan een willekeurig aftappunt minstens 6 l/min levert bij een watertemperatuur aan het aftappunt van ca. 60 °C. Bij bedrijf met zuiver propaan kunnen deze gaskeur-comforteigenschappen niet worden gegarandeerd. 1.
Aanwijzingen bij installatie en gebruik 3 3 Aanwijzingen bij installatie en gebruik 3.1 Fabrieksgarantie en aansprakelijkheid Garantiebepalingen Vaillant B.V. staat namens de fabriek in voor de goede kwaliteit van fabricage en materiaal. Bedoelde garantie beperkt zich tot materiaal en fabricagefouten en heeft een looptijd van EEN JAAR na feitelijke, werkende installatie. In deze periode worden de noodzakelijke onderdelen kosteloos ter beschikking gesteld.
3 Aanwijzingen bij installatie en gebruik 4 Bediening 3.5.1 Toestel De Geyser en alle garnituren horen niet in het huishoudelijke afval. Zorg ervoor dat het oude toestel en eventuele garnituren op een verantwoorde manier afgevoerd worden. 4 Bediening 4.1 Overzicht bedieningselementen 3.5.2 Verpakking Het afvoeren van de transportverpakking kunt u het best overlaten aan de gespecialiseerde firma die het toestel geïnstalleerd heeft.
Bediening 4 4.2 Als u de eerste keer na de inbedrijfname warm water tapt, stelt het toestel zich binnen ca. 5 minuten automatisch op de plaatselijke omstandigheden in. Daarna kunt u de temperatuurinstelling willekeurig veranderen. Maatregelen voor inbedrijfname Aanwijzing! Sluit bij eventuele lekkage in de warmwaterleiding tussen toestel en tappunten onmiddellijk het koudwaterafsluitventiel met een sleufschroevendraaier (zie paragraaf 4.6 Buitenbedrijfstelling).
4 Bediening 4.4.2 Watertemperatuur instellen 6 Afb. 4.4 Instellen van de watertemperatuur Het toestel levert een constante watertemperatuur. Met de temperatuurkeuzeknop (6) kunt u de watertemperatuur variëren: te draaien, wordt de tempera• Door naar rechts tuur hoger. te draaien, wordt de tempera• Door naar links tuur lager. Als u aan de temperatuurregelaar draait, wordt de ingestelde temperatuur aan de uitgang van het toestel weergegeven.
Bediening 4 4.5 Verhelpen van storingen Een eventuele storing wordt optisch aangegeven door een F, gevolgd door een getal, bijvoorbeeld F1. Tevens knippert het controlelampje (LED) rood. Het controlelampje en de displayindicatie knipperen afwisselend. Als gebruiker mag u enkel de volgende storingen proberen te verhelpen. Bij andere storingsmeldingen moet u contact opnemen met een erkend installateur. Storingsmelding Oorzaak Oplossing Geen weergave Onderbreking van de netspanning.
4 Bediening 4.6 Buitenbedrijfstelling Aanwijzing! Neem, bij het latere vullen van de Geyser, het toestel pas opnieuw in gebruik als er na het openen van het afsluitventiel op de koudwateraansluiting van het toestel (3) water uit de geopende warmwaterkranen komt. Dit betekent dat de Geyser volgens voorschrift met water gevuld is. 1 3 4 4.
Bediening 4 4.9 Rookgasanalyse Attentie! Gevaar voor beschadiging door ondeskundige uitvoering! De meet- en controlewerkzaamheden mogen enkel door een erkend installateur uitgevoerd worden. 1 2 6 Afb. 4.7 Instellen van de maximale temperatuur Afb. 4.6 Meetpunten • Neem het toetsel in gebruik volgens de bedieningshandleiding (hoofdstuk 4.3) • Zet de temperatuurkeuzeknop (6) op maximale temperatuur door deze naar rechts te draaien. • Tap warm water met volledig geopende waterkraan.
Bedieningshandleiding turboMAG 11-2/0, 14-2/0 en 17-2/0
Voor de installateur Installatiehandleiding turboMAG Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . 2 Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Toestelbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CE-aanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Toestelbeschrijving 1 Aanwijzingen bij de documentatie 3. De volgende aanwijzingen dienen als wegwijzer door de volledige documentatie. Naast met deze bedieningshandleiding en installatiehandleiding zijn er andere documenten van toepassing. Voor schade die door het niet naleven van deze handleidingen ontstaat, kan Vaillant niet aansprakelijk gesteld worden. Aanvullend geldende documenten voor de gebruiker van de installatie: – Garantiekaart (art.-nr.
Toestelbeschrijving 2 Symbool 3B/P Betekenis Gasfamilie vloeibare gassen G 30/31 – 30 mbar Vloeibare gassen met toegestane gasdrukwaarden Pnom. Maximaal vermogen Pmin. Qnom. Qmin. pw max.
2 Toestelbeschrijving 3 Veiligheidsinstructies en voorschriften 2.5 Bouwgroepen 3 Veiligheidsinstructies en voorschriften 3.1 Veiligheidsinstructies 22 21 20 1 Attentie! Gebruik bij het losmaken van schroefverbindingen altijd passend gereedschap. Ondeskundig gebruik en/of ongeschikt gereedschap kan tot schade leiden (bijv. gas- of waterlekken)! 2 3 3.1.1 17 4 16 5 6 Montage Attentie! Monteer de Geyser niet boven een toestel waarvan het gebruik de geiser zou kunnen beschadigen (bijv.
Veiligheidsvoorschriften en voorschriften 3 Montage 4 3.1.3 Inbedrijfname Gevaarlijk! Hoge koolstofmonoxideconcentraties door onjuiste verbranding zijn levensgevaarlijk. Het ombouwen van het toestel op een andere gassoort mag u enkel uitvoeren met de af fabriek geleverde ombouwsets. Gevaarlijk! Levensgevaar door uitstromend gas bij defecten door ongeschikte inspuiters. Het ombouwen van het toestel op een andere gassoort mag u enkel uitvoeren met de af fabriek geleverde ombouwsets.
4 Montage Aanwijzing! Om regelmatig onderhoud mogelijk te maken, dient u een minimale afstand van 30 mm tussen de zijkant van het toestel en de wand van de opstellingsruimte in acht te nemen. • Leg deze vereisten aan de klant uit.
Montage 4 4.3 Afmetingen H P Q I A K J L R D C B M N F E G O F Afb. 4.
4 Montage H Q P I A D L K R C J B M N E F O G F Afb. 4.
Montage 4 4.4 Voormontage 4.6.1 Frontpaneel demonteren en monteren 3. A 1 60 60 3 B 1 60 60 a 3 bc 2 2 2. 1. Afb. 4.3 Voormontage Afb. 4.4 Demonteren van het frontpaneel Legenda 1 Warmwateraansluiting R 1/2 2 Gasaansluiting 3 Koudwateraansluiting R 1/2 De afbeelding toont de positie van de aansluitingen bij: A Onderbouwinstallatie B Opbouwinstallatie Bij het gebruik van de Vaillant garnituren kan de voormontage ongewijzigd blijven of zoals weergegeven uitgevoerd worden.
4 Montage 5 Installatie 4.6.3 Zijdelen demonteren en monteren 5 Installatie Gevaarlijk! Vergiftigings- en explosiegevaar, verbrandingsgevaar. Let er bij de installatie van de aansluitingen op dat alle pakkingen correct geplaatst worden, zodat lekken aan gas- en waterinrichting uitgesloten worden. 4 1 6 5 3 1 2 Afb. 4.6 Demontage zijdelen (afgebeeld type 17-2/0) • Demonteer de draagkabel aan het bedieningspaneel. • Draai aan beide zijde twee schroeven ter bevestiging uit de zijdelen.
Installatie 5 Aansluiten van de watertoevoer 2 Gevaarlijk! Verbrandingsgevaar en gevaar voor beschadiging door heet of koud water dat naar buiten komt! Bij gebruik van kunststofbuizen voor de warmen/of koudwateraansluiting van het toestel morgen alleen buizen met een temperatuurbestendigheid van 95°C bij een druk van 10 bar gebruikt worden. 682 1 5˚ 25 -4 • Zorg voor de spanningvrije koud- en warmwateraansluitingen. • Plaats de waterfilter (3) en de waterhoeveelheidsbegrenzer (4) conform afb. 5.
5 Installatie 5.5 Elektrische aansluiting FL 1 2 3 4 5 CTN 2 CTN 3 EVS Pr K4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 H2 4 3 2 1 J13 AL FA J1 S1 2 1 3 H4 R 1 L 3 H3 Ex 1 1 2 3 4 5 6 7 Vm M s Db +18V 8 9 10 J2 TRA H8 2 1 L N 230 V F1 Afb. 5.
Inbedrijfname 6 6 Inbedrijfname De eerste inbedrijfname en de bediening van het toestel en het instrueren van de gebruiker moet door een erkend installateur uitgevoerd worden. Bij de eerste inbedrijfname moet u de gasinstelling controleren. De verdere inbedrijfname/bediening voert u uit zoals in de bedieningshandleiding in de paragraaf 4.3 beschreven. 6.1 Gasinstelling controleren • Vergelijk hiervoor de tabellen in het hoofdstuk 6.2 Gasinsteltabellen. 6.1.
6 Inbedrijfname – Aflezen van de gashoeveelheid op de teller (hoeveelheidsmethode) – Controleren van de branderdruk (branderdrukmethode) 120 4 120 120 120 1 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 Hoeveelheidsmethode Zorg ervoor dat er tijdens de controle geen extra gassen (bijv. mengsels van vloeibaar gas en lucht) voor het voldoen aan de piekbehoefte toegevoerd worden. Win informatie in bij het energiebedrijf. Zorg ervoor dat er geen andere toestellen tijdens de controle gebruikt worden.
Inbedrijfname 6 6.2 Gasinsteltabellen Toesteluitvoering voor Aanduiding op het typeplaatje Aardgassen Vloeibare gassen 2L G 25 – 25 mbar 3B/P G 30/31 – 30 mbar 11-2/0 6 14-2/0 17-2/0 11-2/0 G 30 14-2/0 17-2/0 Instelling bij levering G 25 Inspuiter 1,4 1,4 1,35 0,77 Het toestel moet omgebouwd worden. 0,77 0,73 Inlaatmondstuk 4,8 5,65 6,9 3,4 5,2 7,3 Tabel 6.2 Gasinstelling bij levering Gasfamilie Gasdoorstroming in nominale warmtebelasting Afb. 6.
6 Inbedrijfname 7 Inspectie en onderhoud • Maak de klant met de bediening van het toestel vertrouwd. Neem samen met de gebruiker de bedieningshandleiding door en beantwoord eventueel zijn vragen. • Geef de gebruiker alle voor hem/haar bestemde handleidingen en toestelpapieren, zodat hij/zij ze kan bewaren. • Wijs de gebruiker erop dat u het toesteltype en de gassoort, waarmee het toestel gebruikt wordt, in de installatiehandleiding in de tabel Gaswaarden in hoofdstuk 10 Technische gegevens vermeld hebt.
Inspectie en onderhoud 7 Aanwijzing! Let er bij het opnieuw monteren op dat de plaatkant van de verbrandingsgasverzamelaar binnen de warmtewisselaar komt te liggen. • Neem de verbrandingsgasverzamelaar uit het toestel. 7.4 Warmtewisselaar reinigen en ontkalken Voor het reinigen van de warmtewisselaar moet u eerst de ventilator en de verbrandingsgasverzamelaar demonteren voordat u de warmtewisselaar kunt demonteren.
7 Inspectie en onderhoud Afb. 7.3 Stekkers temperatuurbegrenzer (afgebeeld type 17-2/0) Afb. 7.5 Bevestiging warmtewisselaar (afgebeeld type 17-2/0) • Trek de stekkers uit de temperatuurbegrenzer. Enkel types 11-2/0 en 14-2/0 • Draai twee plaatschroeven ter bevestiging van de toestelwarmtewisselaar uit de achterwand. • Til de warmtewisselaar naar boven toe uit. Enkel type 17-2/0 • Los de beide schroeven ter bevestiging van de warmtewisselaar uit de achterwand met telkens twee draaien.
Inspectie en onderhoud 7 Bij vervuilingen met olieachtige of vethoudende bestanddelen: • Reinig de warmtewisselaar onder toevoeging van vetoplossende wasmiddelen in een heet waterbad. Bij verkalkingen: • Gebruik een gewone kalkoplosser. Neem de bijbehorende gebruiksaanwijzingen in acht. 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 Aanwijzing! We raden u aan om, naar gelang de waterkwaliteit, de warmtewisselaar periodiek te ontkalken.
8 Verhelpen van storingen 8 Verhelpen van storingen De hierna vermelde storingen mogen enkel door een erkende installateur verholpen worden. • Gebruik voor reparaties enkel originele onderdelen. • Controleer de juiste inbouw van de delen en het in acht nemen van de oorspronkelijke positie en richting. Gevaarlijk! Controleer of de storing goed verholpen is door na te gaan of de veiligheidsuitschakeling van het toestel functioneert.
Verhelpen van storingen 8 Storingsweergave Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing F.06 Registratie uitlooptemperatuur defect NTC (negatieve temperatuurcoëfficiënt) maakt kortsluiting. NTC is onderbroken. NTC controleren en indien nodig vervangen. NTC controleren en indien nodig vervangen. NTC maakt kortsluiting met massa. NTC controleren en indien nodig vervangen. Elektronische kaart defect F.
9 Servicedienst 9 Servicedienst De servicedienst is er ter ondersteuning van de installateur en tijdens kantooruren te bereiken op nummer (020) 565 92 00.
Technische gegevens 10 10 Technische gegevens Geyser, turboMAG NL 11-2/0 type C12, C32, C42, C52, C62 turboMAG NL 14-2/0 type C12, C32, C42, C52, C62 turboMAG NL 17-2/0 type C12, C32, C42, C52, C62 • Kruis altijd het geïnstalleerde toesteltype en het ingestelde gastype in de Tabel 10.2 Gaswaarden met betrekking de ingestelde gassoort aan.
10 Technische gegevens → Geïnstalleerd toesteltype (aankruisen wat van toepassing is) Gaswaarde met betrekking tot de ingestelde gassoort Eenheid MAG NL 11-2/0 MAG NL 14-2/0 MAG NL 17-2/0 ← (aankruisen wat van toepassing is) Aardgas G 25 Gasaansluitwaarde bij maximaal warmtevermogen Gasvoordruk (gasstroomdruk) pw voor het toestel Inspuiter1) Branderdruk bij maximaal warmtevermogen Inlaatmondstuk m3/h mbar mm mbar mm 2,49 25 1,4 7,6 4,8 3,31 25 1,4 11,6 5,65 4,05 25 1,35 13,6 6,5 ← (aankruisen wa
00 2001 3974_00 NL 09 2005 0 0 2 0 0 1 3 9 7 4