Operating Instructions and Installation Instructions
INSTALLATIE
20
Aansluiting aan gas-
en waterleiding
(vervolg)
D
d
9
5
30
Afb. 14: Aansluiting aan een
aanwezige installatie
5 Gasstopkraan
9 Toestelaansluiting (gas)
30 Reduceerstuk
MAG 19/2 XI 24/2 XI
DR
3
/
4
“R
3
/
4
“
dR
1
/
2
“R
1
/
2
“
•
Als een aardgastoestel aan een
reeds bestaande installatie met een
grotere doorsnede van de gaslei-
ding wordt aangesloten, het bij het
toestel geleverde reduceerstuk (ver-
schilt van land tot land) (30) tussen
gasstopkraan (5) en toestelaansluit-
ing (9) schroeven.
Aansluiting van het toe-
stel op een aanwezige
installatie
4
6
1
3
2
5
Afb. 13.1: Toestel ophangen
1 Temperatuurkiezerknop
2 Wartelmoer
3 Temperatuurkiezerspindel
4 Houders
5 Draaischakelaar
6 Ommantelingshouder
Toestelmantel plaatsen
•
Temperatuurkiezerknop (1) van de
temperatuurkiezerspindel (3) en de
draaischakelaar (5) aftrekken.
•
De toestelmantel van boven aan
beide haken (4) hangen en in de
onderste houder (6) bevestigen.
•
Wartelmoer (2) aandraaien, draai-
schakelaar (5) en temperatuurkeu-
zeknop er weer opsteken.
MAG 19/2-24/2 XI 501/0
MAG 19/2-24/2 XI 502/0