Operation Manual
29
GASINSTELLING
Om de gasinstelling te controleren
moet de dynamische ingangsdruk van
het toestel gemeten en gecontroleerd
worden op de volgende manier:
•
Dichtingsschroef van de gasmeet-
nippel (42) aan de ingang van het
toestel losschroeven.
•
Manometer met de meetnippel ver-
binden.
Controle van de gasdruk
42
MAG 9 27.0
Afb. 9
•
Toestel volgens de bedieningsvoor-
schriften in gebruik nemen.
•
Dynamische gasdruk controleren.
Deze moet zijn:
•
I
2E+
G25 aardgas 20 mbar (gr)
I
2E+
G20 verrijkt gas 19 mbar (gr)
•
I
3+
Butaan 32 mbar (gr)
I
3+
Propaan 37 mbar (gr)
Indien de dynamische gasdruk zich
onder deze waarden bevindt, dan zal
het toestel zijn maximaal vermogen
niet bereiken.
Dit is te wijten aan een te kleine dia-
meter van de gasleiding of een te
lage statische gasdruk. Toestel uit
bedrijf nemen en de oorzaak verhel-
pen.
•
Toestel uit bedrijf nemen.
•
Manometer losmaken.
•
Dichtingsschroef (42) van de meet-
nippel opnieuw inschroeven.
Controle van de werking
•
Stel de geyser in bedrijf volgens de
bedieningsvoorschriften.
•
Controleer de dichtheid van de
geyser (gas en water).
•
Kijk het vlammenbeeld van de
brander na.
Instructie aan de
gebruiker
De gebruiker van de geyser dient
ingelicht te worden over de bediening
en de functie van het toestel.
Gelieve hem dan ook:
•
de bedienings- en installatievoor-
schriften te overhandigen.
•
te informeren over de richtlijnen
betreffende de toevoer van lucht
en de ventilatie van het ruimte
(Belgische NBN-normen). Deze
mogen nooit gewijzigd of afgeslo-
ten worden.
•
in te lichten over de noodzaak van
een regelmatig onderhoud van het
toestel (onderhoudscontract).
833584BE02 15.05.2001 10:10 Uhr Seite 29










