Operation Manual
11Gebruiksaanwijzing ecoCOMPACT
BE nl
4.4.1 Warm water tappen
•
Open een warmwaterkraan aan een aftappunt (wasta-
fel, douche, bad etc.). Het warme water wordt uit het
geïntegreerde warmwaterreservoir getapt.
Bij het onderschrijden van de ingestelde boilertempera-
tuur gaat het toestel automatisch in werking en wordt
de boiler naverwarmd. Tijdens de boilerlading knippert
op het display (2) het symbool
, zie afbeelding 4.6.
Bij het bereiken van de door u ingestelde boilertempera-
tuur schakelt het toestel automatisch uit. De pomp loopt
korte tijd na.
4.4.2 Warmwaterbereiding uitschakelen
U kunt de warmwaterbereiding uitschakelen, maar de
verwarming verder laten werken.
• Draai hiervoor de draaiknop (3) voor het instellen van
de warmwatertemperatuur naar de linkse aanslag, zie
afbeelding 4.6. De vorstbeveiligingsfunctie voor de
boiler blijft actief.
Op het display (2) wordt gedurende ca. vijf seconden
een boilertemperatuur van 15 °C weergegeven.
4.5 Instellingen voor het verwarmen
4.5.1 Voorlooptemperatuur instellen
(bij gebruik van een regelapparaat)
bar
2
13
0
1
Afb. 4.7 Instelling voorlooptemperatuur bij het gebruik van een
regelapparaat
Conform de verordening over energiebesparende vereis-
ten aan verwarmingstechnische installaties en warmwa-
terinstallaties (verordening voor cv-installaties -
HeizAnIV) moet uw cv-installatie met een weersafhanke-
lijke regeling of een ruimtetemperatuurregelaar uitge-
rust zijn.
In dit geval moet de volgende instelling uitgevoerd wor-
den:
• Draai de draaiknop (1) voor het instellen van de ver-
warmingsvoorlooptemperatuur helemaal naar rechts.
De voorlooptemperatuur wordt automatisch door het
regelapparaat ingesteld (informatie hierover vindt u in
de bijbehorende gebruiksaanwijzing).
4.5.2 Voorlooptemperatuur instellen
(geen regelapparaat aangesloten)
bar
2
13
0
1
2
Afb. 4.8 Instelling voorlooptemperatuur zonder regelapparaat
Is er geen extern regelapparaat voorhanden, dan stelt u
de voorlooptemperatuur aan de draaiknop (1) naarge-
lang de buitentemperatuur in. Hierbij raden we u de vol-
gende instellingen aan:
– Stand links (maar niet tot aan de aanslag) in de over-
gangstijd: buitentemperatuur ca. 10 tot 20 °C
– Stand midden bij matige koude:
buitentemperatuur ca. 0 tot 10 °C
– Stand rechts bij sterke koude:
buitentemperatuur ca. 0 tot -15 °C
Bij het instellen van de temperatuur wordt de ingestelde
temperatuur op het display (2) van het DIA-systeem
weergegeven. Na ca. vijf seconden verdwijnt deze weer-
gave en op het display verschijnt opnieuw de standaard-
weergave (actuele verwarmingsvoorlooptemperatuur).
Normaal gezien kan de draaiknop (1) traploos tot aan
een voorlooptemperatuur van 75 °C ingesteld worden.
Kunnen er echter aan uw toestel hogere waarden inge-
steld worden, dan heeft uw installateur een aanpassing
uitgevoerd om het gebruik van uw cv-installatie met
voorlooptemperaturen tot 85 °C mogelijk te maken.
Bediening 4