Operation Manual

11Bedienings- en installatiehandleiding boiler uniSTOR, auroSTOR, geoSTOR
5.3.4 Transport zonder isolatie
Afb. 5.10 Isolatie afnemen
Snij met een mes de plakfolie aan de voorste en ach-
terste voegen af.
Verwijder eerst een onderste halve schaal door er aan
de zijkant aan te trekken, dan de andere onderste
halve schaal.
Naargelang de bouwgrootte neemt u nu de bovenste
halve schalen of het deksel.
5.3.5 Montage van isolatie en mantel
Bij de montage van de isolatie en de mantel gaat u in de
omgekeerde volgorde te werk:
Monteer de mantel van boven naar onderen en beves-
tig de isolatiedelen met plakband aan de scheidings-
plaats.
h
Aanwijzing
De plakband bevindt zich achteraan rechts
naast de voeg op een papierdrager.
Monteer de mantel door een aluminiumrail met de
boorgaten op de aanslagbouten te plaatsen en met de
kunststof schroeven bevestigen. Hiervoor hoeft u de
schroeven alleen aan te brengen, niet in te draaien.
Na het bevestigen van de tweede aluminiumrail plaatst
u het deksel en de voorste afdekkingen.
h
Aanwijzing
Controleer de voorste afdekkingen op vastheid
om warmteverlies te vermijden.
Stel de boiler met de verstelbare voeten verticaal af.
5.4 Boiler aansluiten
VIH S:
Bij de boilerinstallatie gaat u als volgt te werk (zie
afb. 5.2):
• Verwarmingsvoor- (4) en -terugloop (6) aan de boiler
aansluiten.
• Zonne-energievoor- (8) en -terugloop (10) aan de boi-
ler aansluiten.
h
Aanwijzing
Neem de bijgeleverde symsteemhandleiding
voor het zonne-energiesysteem in acht!
• Koudwaterleiding (11) met de vereiste veiligheidsinrich-
tingen installeren:
Bij een aan de installatieplaats voorhanden waterdruk
van minder dan 10 bar kan een bouwdeelgeteste veilig-
heidsgroep DN 25 gebruikt worden.
In de koudwaterleiding tussen boileraansluiting en vei-
ligheidsgroep een T-stuk voor het leggen van de boiler
installeren.
• Warmwaterleiding (3) en evt. circulatieleiding (7) in-
stalleren.
VIH R:
Bij de boilerinstallatie gaat u als volgt te werk (zie
afb 5,3):
• Verwarmingsvoor- (5) en -terugloop (7) aan de boiler
aansluiten.
• Koudwaterleiding (8) met de vereiste veiligheidsinrich-
tingen installeren:
Bij een aan de installatieplaats voorhanden waterdruk
van minder dan 10 bar kan een bouwdeelgeteste veilig-
heidsgroep DN 25 gebruikt worden.
In de koudwaterleiding tussen boileraansluiting en vei-
ligheidsgroep een T-stuk voor het leggen van de boiler
installeren.
• Warmwaterleiding (3) en evt. circulatieleiding (4) in-
stalleren.
VIH RW:
Bij de boilerinstallatie gaat u als volgt te werk (zie
afb. 5.4):
• Verwarmingsvoor- (4) en -terugloop (7) aan de boiler
aansluiten.
• Koudwaterleiding (8) met de vereiste veiligheidsinrich-
tingen installeren:
Bij een aan de installatieplaats voorhanden waterdruk
van minder dan 10 bar kan een bouwdeelgeteste veilig-
heidsgroep DN 25 gebruikt worden.
Installatie 5
BENL