auroSTEP VIH SN 250 i BE
Voor de gebruiker en de installateur Systeembeschrijving auroSTEP Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2 2 2 2.1 2.1 Systeembeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Omvang van de levering en accessoires . . . . . . Omvang van de levering en accessoires . . . . . . 2 2 3 Systeembeschrijving auroSTEP 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.
1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Systeembeschrijving 1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Systeembeschrijving De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de volledige documentatie. In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften zijn andere documenten geldig. Voor schade die door het niet naleven van deze handleidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk gesteld worden.
Systeembeschrijving 2 2.1 Omvang van de levering en accessoires � � �� � � � � �� ����� � �� � �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� �� Afb. 2.
2 Systeembeschrijving Pos. Materiaallijst Aantal Sparankerset type P 13 Sparanker voor „Frankfurter dakpan” 6 14 Schroeven 18 Art.-nr. 302 047 Sparankerset type W90 15 Sparanker voor gegolfde dakpan 6 14 Schroeven 12 Art.-nr. 302 049 Sparankerset Type S 20 Sparanker voor beverstaart of lei 14 Schroeven 6 24 Art.-nr. 302 026 Sparankerset type K 21 Collectoranker 6 22 Stokschroef met drie moeren, EDM-afdichtingsring en onderlegschijf Plug 6 23 6 Art.-nr.
Systeembeschrijving 2 2.3 Werkingsprincipe Het werkingsprincipe van het zonne-energiesysteem auroSTEP is anders dan bij vele andere zonne-energiesystemen. Het zonne-energiesysteem auroSTEP is niet volledig met zonne-energievloeistof gevuld en staat niet onder druk. Daarom vallen de anders bij zonne-energiesystemen gebruikelijke bouwdelen, zoals expansievat, manometer en ontluchter weg. � � � 1 � 2 � 5 � Afb. 2.3 Verdeling van de zonne-energievloeistof bij een lopende zonne-energiepomp 3 4 Afb. 2.
2 Systeembeschrijving - De voorgeschreven installatie van het collectorveld alsook van de zonne-energieleidingen en vooral de helling van de leidingen vormen een basisvoorwaarde voor het perfect functioneren van het zonne-energiesysteem. - Het vloeistofvolume van het collectorveld alsook van de zonne-energieleidingen moet precies op het zonneenergiesysteem afgesteld zijn.
Systeembeschrijving 2 Vulmodus/bedrijfsmodus Om het snel vullen van de installatie na het inschakelen van de zonne-energiepomp te bereiken, is de regelaar met de functie „Vulmodus” uitgerust. Telkens bij het inschakelen loopt de pomp gedurende enige tijd in de vulmodus met vastgelegd vermogen. De verschilregeling is gedurende deze tijd niet actief, zodat de pomp ook bij het onderschrijden van de uitschakeldrempel niet uitgeschakeld wordt. In stand 1 wordt de pomp gedurende 20 sec.
2 Systeembeschrijving Buizenwerk B Het buizenwerk van het systeem bestaat uit de voorloop- (1) en de terugloopleiding (15). In het huis worden de leidingen naast elkaar in een isolatie geïnstalleerd, die eveneens nog de leiding voor de collectorvoeler (17) omgeeft. Deze bouwgroep wordt ook „Zonnekoperbuis 2 in 1” genoemd.
Systeembeschrijving 2 lucht terug door de voorloopleiding van de zonnekoperbuis (1), de collectoren (16) en de terugloopleiding van de zonnekoperbuis (15) gedrukt. Uitrusting De zonneboilereenheid wordt volledig gemonteerd geleverd. Om een lange levensduur te garanderen, zijn de boilers en de spiraalbuizen aan de waterzijde geëmailleerd. Voor de corrosiebescherming is standaard een magnesiumanode als reactieve anode geïnstalleerd.
2 Systeembeschrijving 2.6 Zonne-energiebuisleidingen Het zonne-energiesysteem van Vaillant is een gesloten hydraulisch systeem waarin de warmteoverdracht naar de verbruikers via de speciale warmtegeleidende vloeistof van het zonne-energiesysteem alleen via warmtewisselaars kan gebeuren.
Systeembeschrijving 2 De platte Vaillant-collectoren auroTHERM VFK 900 beschikken over een zeewaterbestendig aluminium frame en een kopervlakabsorber met selectieve vacuümcoating alsook zonveiligheidsglas. De collectoren beschikken over een cfk-vrije, stilstandstemperatuurbestendige slakkenwolisolatie voor duurzame, uitstekende warmte-isolatie. Alle aansluitingen werden voor de flexibele montage voor soldeerverbindingen of de door Vaillant aanbevolen klemringschroefverbindingen uitgevoerd.
12 Systeembeschrijving auroSTEP
Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing auroSTEP Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Aanwijzingen bij de documentatie . . . . . . . . . Bewaren van de documenten. . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CE-aanduiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2 2 2 2 2 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.
1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Veiligheid 1 Aanwijzingen bij de documentatie De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de volledige documentatie. In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften zijn andere documenten geldig. Voor schade die door het niet naleven van deze handleidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk gesteld worden.
Veiligheid 2 Aanwijzingen voor het gebruik 3 Vorstgevaar Als u het reservoir langere tijd in een onverwarmde ruimte niet gebruikt (b.v. in de wintervakantie e.d.), dan moet u de boiler volledig legen. Veranderingen Veranderingen aan de systeemcomponenten zijn nooit toegestaan, met uitzondering van die veranderingen die in deze handleiding beschreven zijn.
3 Aanwijzingen voor het gebruik 4 Bediening Aanwijzing! Een afstand van het toestel tot componenten van brandbaar materiaal resp. naar brandbare onderdelen is niet vereist, omdat aan het behuizingsoppervlak altijd een lagere temperatuur voorhanden is dan de max. toegestane temperatuur van 85 °C. 4 Bediening 4.
Bediening 4 • Open een warmwateraftappunt en laat de lucht uit de leiding ontsnappen tot het water er zonder bellen uitkomt. Aanwijzing! Bij eventuele lekken in de warmwaterleiding tussen toestel en aftappunten, gelieve dan onmiddellijk de zelf te monteren afsluitinrichting in de koudwatertoevoerleiding te sluiten. Laat ondichtheden door uw erkende installateur verhelpen.
4 Bediening Display infoniveau U bereikt het infoniveau door op de infotoets te drukken. Eerst verschijnt de onderaan afgebeelde indicatie. U kunt nog meer informatie oproepen door de infotoets nog eens in te drukken (zie paragraaf 4.3.5). De telkens opgeroepen informatie is ca. vijf sec. lang op het display zichtbaar, daarna schakelt het display opnieuw naar het hoofdbedieningsniveau.
Bediening 4 4.3.4 Instellingen in het hoofdbedieningsniveau In het hoofdbedieningsniveau kunt u het volgende instellen: – Gewenste waarde van de boilertemperatuur – Modus – Actuele dag – Actuele tijd De telkens opgeroepen instelling is ca. vijf sec. lang op het display zichtbaar en instelbaar, daarna schakelt het display opnieuw naar de basisindicatie van het hoofdbedieningsniveau. Klik voor het verstrijken van de vijf sec. op de insteller om naar de volgende instelwaarde te gaan.
4 Bediening 4.3.6 Activering van de speciale functies Display Vereiste stappen Partyfunctie Druk een keer op de toets speciale functie- op het display knippert ca. 10 sec. het partysymbool, daarna is de functie geactiveerd. De functie wordt automatisch bij het bereiken van het volgende nalaadvenster gedeactiveerd. Wilt u de functie voordien deactivereren, dan hoeft u enkel de functie opnieuw te kiezen. Het activeren van de functie kan alleen in de modus gebeuren.
Bediening 4 4.4 Foutmeldingen De zonne-energieregelaar geeft bij storingen van de temperatuurvoelers foutmeldingen in het hoofdbedieningsniveau weer. Bij de inbedrijfname van het toestel, b.v. na het uit- en opnieuw inschakelen van de stroomtoevoer, wordt altijd de voelerconfiguratie bepaald. Aan het ingestelde hydraulische schema herkent de regelaar of er een fout is en of deze voeler voor het gebruik niet nodig is.
4 Bediening 4.7 Vorstbeveiliging Als uw boilereenheid in een niet-vorstveilige en onverwarmde ruimte opgesteld is en u in de winter de boiler buiten bedrijf stelt, bestaat het gevaar dat u boiler bevriest. Leeg in dit geval bij een langere afwezigheid in de winter uw boiler. • Neem de boiler, zoals beschreven in paragraaf 4.6 , uit gebruik. • Sluit de afsluitinrichting in de koudwatertoevoerleiding van de boilereenheid. 4.
Energiebesparing voor Zonnesystemen VSL 250S.
Correctiefactor t.o.v. standaard rendement bij orientatie Zuid met 40° collectorhelling Hemelsrichting O OZO ZO ZZO Z ZZW ZW WZW W 30° collector helling 40° 50° 0,78 0,76 0,86 0,85 0,92 0,92 0,96 0,97 0,99 1,00 0,98 0,98 0,94 0,94 0,89 0,88 0,81 0,79 0,73 0,83 0,91 0,96 0,99 0,96 0,93 0,86 0,76 Vermenigvuldig de solar fraction van het blad "Tabellen diverse verbruiken" met de correctiefactor om de correcte solar fraction te verkrijgen.
Karakteristieken VSL S 250L.
Voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP Inhoudsopgave 6.4 6.6 6.7 6.8 6.9 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dichtheid van het zonne-energiesysteem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Toestelparameters aan de regelaar instellen . . Drinkwaterthermostaatmenger instellen. . . . . . Overdracht aan de gebruiker. . . . . . . . . . . . . . . .
1 Aanwijzingen bij de documentatie 2 Systeembeschrijving 3 Veiligheidsvoorschriften en voorschriften 1 Aanwijzingen bij de documentatie De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de volledige documentatie. In combinatie met deze gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften zijn andere documenten geldig. Voor schade die door het niet naleven van deze handleidingen ontstaat, kunnen we niet aansprakelijk gesteld worden. 1.
Veiligheidsvoorschriften en voorschriften 3 Overspanningsgevaar Aard het zonne-energiecircuit als potentiaalvereffening en ter beveiliging tegen overspanning! Bevestig de aardingsbuisklemmen aan de zonne-energiecircuitbuizen en verbind de klemmen met 16 mm2-koperkabels met een potentiaalrail.
3 Veiligheidsvoorschriften en voorschriften 5.4 6. 6.1 6.2 6.3 7. 7.1 7.2 7.3 8. 8.1 8.2 8.3 Verdere informatie Gevaar hangt van de verbrande stoffen en de brandomstandigheden af. Gecontamineerd bluswater moet conform de plaatselijk geldende voorschriften afgevoerd worden. Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen Persoonlijke maatregelen Geen bijzondere maatregelen vereist.
Veiligheidsvoorschriften en voorschriften 3 12.3 13. 13.1 13.2 Persistentie en afbreekbaarheid/informatie over de eliminatie: Testmethode OECD 301 A (nieuwe versie) Analysemethode: DOC-test Eliminatiegraad > 70% (28 d) Beoordeling: licht biologisch afbreekbaar. Aanwijzingen voor de afvoer Afvoer: Vaillant zonne-energievloeistof (art.-nr. 302 363) moet conform de plaatselijke voorschriften b.v. naar een geschikte vuilstortplaats of een geschikte verbrandingsinstallatie afgevoerd worden.
3 Veiligheidsvoorschriften en voorschriften Collectoren en collectormontage ENV 1991-2-4 Eurocode 1 – Ontwerpgrondslagen en belastingen op constructies, deel 2-4: Belastingen op constructies, windbelastingen Boiler en boilermontage DIN EN 12975-2 Thermische zonne-energiesystemen en hun bouwdelen; collectoren, deel 2: Testmethode (bevat correctie AC: 2002); Duitse versie EN 12975-2:2001 + AC:2002 Regelaar en regelaarmontage Elektrische aansluiting Bliksembeveiliging PrEN 12977-3 Thermische zonne-energiesy
Montage 4 4 Montage 4.1 Opstellingsplaats 4.2 Toestel opstellen De zonneboilereenheid wordt volledig gemonteerd geleverd. Zonneboilereenheid • Om warmteverlies te vermijden, stelt u de zonneboilereenheid het best zo dicht mogelijk bij het collectorveld op. De minimaal in acht te nemen afstand bedraagt 3 m. • Neem bij de keuze van de opstellingsplaats het gewicht van de gevulde boiler (zie hoofdstuk 10 „Technische gegevens”) in acht.
4 Montage ���� ���� Toestel- en aansluitingsafmetingen ���� 4.3 �� ��� � � �� ���� ��� ����� � � ��� � �� ��� � � � � Afb. 4.
5 Installatie � � 1 Afb. 5.5 Regelaarbehuizing openen Afb. 5.7 Collectorvoelerleiding plaatsen De behuizingsafdekking is in tweeën gedeeld en kan afzonderlijk afgenomen worden. • Trek de onderste frontafdekking (1) van de regelaarbehuizing. • Plaats de in de isolatie van de „zonnekoperbuis 2 in 1” meelopende elektrische leiding (1) door de kabelgeleidingen (2) van de collectorvoeler van de bovenkant van de boiler naar het regeltoestel.
Montage 4 Installatie 5 4.4 Collectoren monteren Monteer de collectoren. Neem hierbij de montagehandleiding voor de platte collectoren VFK 900 in acht. 5 5.2 Zonne-energieaansluitingen monteren Installatie 5.1 Aanwijzing! Neem bij de montage van de aansluitleidingen die bij de accessoires gevoegde handleidingen in acht. Het zelf te monteren buizenwerk vereist de volgende bouwdelen: – Veiligheidsventiel (10 bar) voor de koudwaterleiding - Drinkwarmwater-thermostaatmenger – evt.
4 Montage 5 Installatie min. 4% Afb. 5.2 Plaats zonneboiler op de zolder Attentie! Als de boilereenheid op de zolder geplaatst wordt, dan moet de bovenste zonneaansluiting aan de boilereenheid zich altijd onder het laagste punt van het collectorveld bevinden. De helling van de verbindingsleidingen tussen collectorveld en boilereenheid mag op geen enkele plaats kleiner zijn dan 4 % (4 cm/m), opdat voldoende doorstroming van de zonneenergievloeistof gegarandeerd zou zijn.
Installatie 5 � � � � � Aansluitleidingen met 230 V en voelerleidingen moeten vanaf een lengte van 10 m afzonderlijk geleid worden. Aansluitleidingen van 230 V moeten 1,5 mm2 doorsnede hebben en met de bijgeleverde snoerontlastingen op de basissokkel bevestigd worden. Vrije klemmen van de toestellen mogen niet als steunklemmen voor de verdere bedrading gebruikt worden. De installatie van de zonneboilereenheid moet in droge ruimtes gebeuren.
Installatie 5 Bedrading volgens hydraulisch schema Voor het vereenvoudigen van de installatie zijn in de regelaar twee hydraulische schema’s aangebracht waaruit het juiste gekozen moet worden. Bij de auroSTEP VIH SN 250 i moet het hydraulische schema 2 gekozen worden, dit komt niet met de fabriekinstelling overeen (zie tabel 6.1). De hydraulische schema’s geven mogelijke toestelconfiguraties weer, waarbij sommige toestelcomponenten optioneel zijn.
5 Installatie 6 Inbedrijfname ��� �� �� �� �� � ��������� ������� �������� ��� ������ VC / VK ���������� ������� ������ ����� ���� ���� * Aan de aansluiting LEG/BYP kan een legionellabacteriepomp aangesloten worden (toebehoren). Via de aansluiting EP kan een beveiliging voor een elektrische verwarmingsstaaf aangestuurd worden (accessoire). Afb. 5.
Inbedrijfname 6 • Systeem op dichtheid controleren. • Alle regel- en bewakingsinrichtingen op werking en juiste instelling controleren. 6.3 Toestelparameters instellen Attentie! Gevaar voor beschadiging van de zonne-energiepomp. Schakel bij de eerste inbedrijfname onmiddellijk na het eerste inschakelen van de stroomtoevoer de zonne-energiepomp uit door aan de regelaar te kiezen. de modus Na het instellen van de toestelparameters moet het zonne-energiesysteem absoluut eerst belucht worden (zie paragraaf 6.
6 Inbedrijfname Display Instelling door aan de insteller te draaien Instellen van de duur van de vulmodus Instelbereik 3 - 9 min Instelling bij levering 9 min Instellen van de duur van de bedrijfsmodus 1 -10 min 3 min Aantal collectoren kiezen 1, 2 2 Instelling blokkeringstijd van de zonne-energiepomp 1 -60 min 10 min Activering van de nalaadvertraging 0=gedeactiveerd; 1=geactiveerd 0 Instellen van de actuele dag 1-31 1 Instellen van de actuele maand 1-12 1 Instellen van het actuele ja
Inbedrijfname 6 6.4 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem uitvoeren De lucht, die zich in de collectoren bevindt, warmt zich tijdens de installatie van het volledige zonne-energiesysteem op. Dit betekent dat de dichtheid van de lucht in de collector daalt. 8 1 7 2 3 5 6 4 Afb. 6.
6 Inbedrijfname Attentie! Het zonne-energiesysteem moet absoluut bij de eerste inbedrijfname (en telkens na het verversen van de zonne-energievloeistof) gedurende de vultijd van het zonne-energiesysteem (af fabriek op negen min. ingesteld) belucht worden. Het beluchten moet absoluut tijdens de vulmodus gebeuren; Vaillant raadt aan om na zeven min. het bovenste vulventiel te openen. Als het beluchten op een ander moment gebeurt, dan kan dit tot schade aan het zonneenergiesysteem leiden.
Inbedrijfname 6 6.9 Protocol voor de inbedrijfname Het zonne-energiesysteem van: ______________________ werd rekening houdende met de volgende punten in gebruik genomen: 1.
7 Onderhoud 7 Onderhoud Voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid, betrouwbaarheid en lange levensduur is het regelmatige inspecteren/onderhouden van het auroSTEP-systeem door de technicus. Probeer als gebruiker nooit om zelf onderhoudswerkzaamheden aan uw systeem uit te voeren. Geef de opdracht hiertoe aan een erkend installateur. We raden u hiervoor aan om een onderhoudscontract met uw erkende installateur af te sluiten.
Onderhoud 7 Visuele controle 7.4 Zonne-energievloeistof verversen De zonne-energievloeistof moet om de drie jaar ververst worden. 1 Attentie! Vaillant geeft alleen garantie voor de werking van het zonne-energiesysteem als het met de Vaillant zonne-energievloeistof (art.-nr. 302 363) gevuld wordt. De vulhoeveelheid bedraagt ca. 8,5 l. Zonne-energievloeistof aflaten � � Afb. 7.
7 Onderhoud Zonne-energievloeistof bijvullen Aanwijzing! Plaats tijdens het vullen met nieuwe zonneenergievloeistof een afblaasleiding van het zonne-energieveiligheidsventiel naar de opvangbak! � � � ����± ���� � • Verbind nu opnieuw beide schroefverbindingen (1) en (2) tussen de zonneboilereenhed en de „zonnekoperbuis 2 in 1”. Drukvereffening uitvoeren Aanwijzing! Na het vervangen van de zonne-energievloeistof kan het zijn dat er zich lucht in/voor de zonneenergiepomp bevindt.
Onderhoud 7 7.7 Aanbevolen onderhoudschecklist Onderhoudswerkzaamheden aan Onderhoudsinterval Zonne-energiecircuit Verversen van de zonne-energievloeistof Werking zonne-energiepomp controleren Vloeistofpeil in het zonne-energiecircuit controleren, evt.
8 Service/diagnose 8 Service/diagnose U bereikt het service-/diagnoseniveau door de insteller en de programmatoets tegelijk in te te drukken (ca. drie sec.). Na een volgende klik kunt u na elkaar alle actoren aansturen of alle voelerwaarden opvragen door aan de insteller te draaien. Display Als u de insteller opnieuw aanklikt, kunt u de displayindicaties controleren. Met nog een klik wordt de actuele softwareversie van de regelaar weergegeven.
Recycling en afvoer 9 Servicedienst en garantie 10 Technische gegevens 11 9 Recycling en afvoer 9.1 Toestel Bij alle Vaillant-producten wordt met recycling en afvoer reeds in de productontwikkeling rekening gehouden. Vaillant-fabrieksnormen leggen strenge vereisten vast.
11 Technische gegevens 11.2 Voelerkarakteristieken Boilervoeler Sp1 en Sp2, bouwtype NTC 2,7 K Voelerkenwaarde Weerstandswaarde 0 °C 9191 Ohm 5 °C 7064 Ohm 10 °C 5214 Ohm 20 °C 3384 Ohm 25 °C 2692 Ohm 30 °C 2158 Ohm 40 °C 1416 Ohm 50 °C 954 Ohm 60 °C 658 Ohm 70 °C 463 Ohm 80 °C 333 Ohm 120 °C 105 Ohm Tab. 11.
27 Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP BE nl
838279_00 BE 05 2004 Änderungen vorbehalten