Operation Manual

3 Systeem
6 Gebruiksaanwijzing auroFLOW plus 0020160585_02
Voor nog grotere toepassingen is een cascade van vier zon-
nelaadstations (basismodule en uitbreidingsmodule) moge-
lijk. Het collectorveld kan dan uit 48 collectoren bestaan.
3.1.3 Werkwijze
De werkwijze van het zonnesysteem auroFLOW plus on-
derscheidt zich van de werkwijze van vele andere zonnesys-
temen. Het zonnesysteem auroFLOW plus is niet volledig
met collectorvloeistof gevuld en het staat niet onder druk.
Daarom vallen de anders bij zonnesystemen gebruikelijke
onderdelen, zoals expansievat, manometer en ontluchter
weg.
auroFLOW
plus
auroFLOW
plus
Als de zonnepomp stilstaat, dan verzamelt de collectorvloei-
stof zich in het voorraadreservoir. Het collectorveld en alle
zonneleidingen zijn met een verval geïnstalleerd, zodat de
collectorvloeistof naar het zonnelaadstation terugstroomt.
De zonneleidingen en het collectorveld zijn dan met lucht
gevuld. De collectorvloeistof is een speciaal kant-en-klaar
water-glycolmengsel waarmee de installateur het zonnesys-
teem bij de installatie gevuld heeft.
auroFLOW
plus
Als de zonneregelaar de zonnepomp inschakelt, dan trans-
porteert de zonnepomp de collectorvloeistof uit het voor-
raadreservoir door de zonneretour in het collectorveld. Daar
warmt de collectorvloeistof op en stroomt het door de zonne-
aanvoerleiding terug naar het zonnelaadstation.
Als de zonnepomp stilstaat, dan bevindt er zich lucht in
de collectoren en zonneleidingen. Daarom hoeft u enkel
antivriesmaatregelen voor de opstellingsplaats van het
zonnelaadstation te treffen.
De voorgeschreven installatie van het collectorveld als-
mede van de zonneleidingen en met name het verval van
de leidingen vormen een basisvoorwaarde voor het cor-
rect functioneren van het zonnesysteem.
Het vloeistofvolume van het collectorveld alsmede van
de zonneleidingen is precies op het zonnesysteem afge-
stemd.
De minimumlengte en de maximumlengte van de
zonneleidingen moeten in acht genomen worden
Alle zonneleidingen hebben afhankelijk van het aantal
collectoren vaste diameters
Het gebruik van gegolfde buizen vermindert de wer-
king van het zonnesysteem
Type en aantal collectoren mogen niet veranderd
worden
De fysische eigenschappen van de collectorvloeistof ho-
ren eveneens tot de basisvoorwaarden voor het storing-
vrij functioneren van het systeem. Daarom mag alleen de
originele Vaillant collectorvloeistof zonder additieven bij-
gevuld worden.
3.1.4 Werkwijze van het product
1
2
T5
T1
T3
T2
T4
T6
P3
P2
P1
STW1
STW2
3
9
8
7
4
6
5
Flowsensor
Hierna is de werkwijze van de basismodule van het zon-
nelaadstation beschreven.
Als ook de uitbreidingsmodule geïnstalleerd is, dan
is het volume van de collectorvloeistof door een tweede,
parallel geschakeld voorraadreservoir verdubbeld
is de pompcapaciteit door twee na elkaar geschakelde
zonnepompen hoger
De werkwijze van het zonnelaadstation blijft echter gelijk.
Bij stilstand van de zonnepomp bevindt zich alleen in het
voorraadreservoir (8) collectorvloeistof. De collectoren (1) en
de zonneleidingen (2) en (9) zijn dan met lucht gevuld.