Operation Manual
16
REINIGEN
De machine reinigen
Gebruik geen oplosmiddelen of schurende schoonmaakmidde-
len om de koemachine te reinigen. Een zachte vochtige doek
is voldoende. Reinig onderdelen van de koemachine NOOIT in
een vaatwasmachine.
De volgende onderdelen van de machine moeten regelmatig
worden gereinigd:
• koedikbakje(A4),
• lekbakje(A14),
• waterreservoir(A12),
• koetuiten(A13),
• trechtervoorvoorgemalenkoe(A21),
• indemachine,toegankelijknahetopenenvanhetservi-
ceklepje (A2),
• zetgroep(A5).
Het koedikbakje reinigen
Wanneer “KOFFIEDIKBAKJE LEEGMAKEN” wordt weergegeven,
moet het koedikbakje leeggemaakt en gereinigd worden.
Ga voor het reinigen als volgt te werk:
• openhetserviceklepjeaandevoorzijdevanhetapparaat
(afb.16)trekhetlekbakje(g.17)naarbuitenenreinig
het.
• Reinighetkoedikbakjegrondig.
Belangrijk! Wanneer het lekbakje wordt verwijderd,
moet altijd ook het koedikbakje worden leeggemaakt.
Het lekbakje reinigen
Belangrijk! Indien het lekbakje niet wordt leegge-
maakt, kan het water overstromen.
Daardoor kan de machine beschadigd raken.
Het lekbakje is voorzien van een niveau-indicator (rood) die het
waterniveau in het lekbakje aangeeft (afb. 28).
Voordat de indicator uit het koekopplateau uitsteekt, moet het
lekbakje leeggemaakt en gereinigd worden.
Ga voor het verwijderen van het plateau als volgt te werk:
1. Open het serviceklepje (afb. 16).
2. Verwijder het lekbakje en het koedikbakje (afb. 17).
3. Maak het lekbakje en het koedikbakje (A4) leeg en reinig
de bakjes.
4. Zet het lekbakje en het koedikbakje (A4) weer op hun
plaats.
5. Sluit het serviceklepje.
Het waterreservoir reinigen
1. Reinig het waterreservoir (A12) regelmatig (ongeveer
eenmaal per maand) met een vochtige doek en wat mild
afwasmiddel.
2. Verwijder alle sporen van afwasmiddel.
De tuiten reinigen
1. Reinig de mondstukken regelmatig met een spons (afb. 29).
2. Controleer regelmatig dat de gaatjes in de koetuit niet
verstopt zijn. Verwijder indien nodig koeresten met een
tandenstoker (afb. 27).
De trechter voor voorgemalen koe reinigen
Controleer regelmatig (ongeveer eenmaal per maand) dat de
trechter voor voorgemalen koe niet verstopt is (afb. 21).
Gevaar! Voordat reinigingswerkzaamheden worden
uitgevoerd, moet de machine worden uitgeschakeld door op de
hoofdschakelaar (A23) te drukken en de stekker uit de contact-
doos te trekken.
Dompel de koemachine nooit in water.
De binnenzijde van de koemachine reinigen
1. Controleer regelmatig (ongeveer eenmaal per week) dat de
binnenzijde van het apparaat niet vuil is.
Verwijder indien nodig koeresten met een spons.
2. Verwijder de resten met een stofzuiger (afb. 30).
De zetgroep reinigen
De zetgroep moet tenminste eenmaal per maand worden gerei-
nigd.
Belangrijk! De zetgroep (A5) mag niet worden verwi-
jderd wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Gebruik geen kracht voor het verwijderen van de zetgroep.
1. Zorg ervoor dat de machine correct is uitgeschakeld (zie
“Uitschakelen”).
2. Open het serviceklepje (afb. 16).
3. Verwijder het lekbakje en het koedikbakje (afb. 17).
4. Druk de beide rode ontgrendelknoppen naar binnen en trek
tegelijkertijd de zetgroep naar buiten (afb. 31).
Belangrijk! Gebruik geen afwasmiddel voor het rei-
nigen van de zetgroep. Daardoor wordt het smeermiddel aan de
binnenzijde van de zuiger verwijderd.
5. Dompel de zetgroep ongeveer 5 minuten lang in water en
spoel deze vervolgens af.
6. Plaats de zetgroep (A5) na het reinigen terug door deze op
de inwendige steun en de pen aan de onderzijde te schui-
ven, druk vervolgens het PUSH symbool volledig in totdat
de zetgroep op zijn plaats klikt.