Operation Manual
18
UWATEC
®
SmartTRAK
Markeerpunt wissen
Markeerpunten kunnen gewist worden door met de rechter muisknop het pop-up menu te
openen en achtereenvolgens Markeerpunt en Wissen te kiezen.
4.3 Aantekeningen Toevoegen
U kunt aan iedere duik aantekeningen of commentaar toevoegen wanneer het aantekenin-
genvenster actief is. Het aantekeningenvenster kunt u activeren vanuit het opmaakvenster of
vanuit het pop-up menu van het duikvenster. De lettertypegrootte van het aantekeningen-
venster kunt u aanpassen.
U kunt ook vanuit het Bewerken venster aantekeningen invoeren.
4.4 Foto’s Toevoegen aan de Duik
Wanneer het Illustratievenster geactiveerd is kunt u aan iedere gewenste duik foto’s of andere
illustraties toevoegen. Het Illustratievenster kunt u activeren vanuit het opmaakvenster of
vanuit het pop-up menu van het duikvenster. Het Illustratievenster heeft zijn eigen pop-up
menu waarmee u foto’s kunt invoegen, wissen en in een apart venster op oorspronkelijk
formaat kunt bekijken. U dient een keuze te maken uit het venster met duikfoto’s en het
venster met vissenfoto’s. Ze kunnen niet gelijktijdig weergegeven worden.
Het is belangrijk om te onthouden dat alleen een link wordt opgeslagen in het logboek, niet
de foto zelf. Verander de naam of locatie van deze bestanden daarom niet, anders kan
SmartTRAK ze niet meer vinden of weergeven. Als u een map met afbeeldingen verplaatst,
kunt u alle gebroken links herstellen door één foto vanuit de nieuwe locatie aan de collectie
toe te voegen. SmartTRAK zal dan automatisch alle gebroken links naar foto’s die zich in deze
map bevinden, herstellen.
4.5 Duikprofielvenster
In het duikprofielvenster ziet u bovenaan wat informatie over de duik en onderaan -in
grafiekvorm- het duikprofiel van uw duik.
Bovenaan ziet u:
• links: de interval en de tijd van te water gaan
• links van het midden: maximum diepte en duiktijd
• rechts van het midden: gemiddelde diepte en zuurstofblootstelling na de duik
• rechts: de desaturatietijd en de tijd waarop u het water verliet
U ziet rechts van de gemiddelde diepte en de zuurstofblootstelling (CNS) uw gemiddelde en
maximale luchtverbruik (alleen bij luchtgeïntegreerde duikcomputers). In het geval het een
profiel van een Smart TEC betreft: het gemiddelde gasverbruik is gemeten voor alle gebruikte
flessen en het maximale gasverbruik is berekend voor de fles met het hoogste (tijdelijke) verbruik
.
Gegevens over het gasverbruik kunnen alleen worden weergegeven als de flessen zijn inge-
steld (Sectie 4.10.6).
In het duikprofielvenster ziet u uw duikdiepte uitgezet tegen de tijd. Ook ziet u in een tweede
grafiek de watertemperatuur of het inspanningsniveau. Bij duiken die geïmporteerd zijn uit
DataTrak worden deze temperatuurgegevens niet weergegeven.
De maximale gebruiksdiepte (MOD; Maximum Operating Depth – bepaald aan de hand van de
ingestelde maximale ppO2) wordt afgebeeld met een dikke zwarte lijn, indien dit mogelijk is
met de huidige schaalverdeling van de diepte.
Normaal is deze lijn gedurende
de gehele duik
constant. Bij de Smart TEC is de MOD afhankelijk van de gebruikte fles (en de ingestelde maximale
partiële zuurstofdruk van ieder gas) waardoor de lijn kan verspringen wanneer van gas is gewisseld.










