Operation Manual
Nederlands
23
4 Functies gedurende de Duik
III UWATEC
®
Smart dive computers
III
Decompressiegegevens Wanneer u uw geen-decompressielimiet overschrijdt wordt de duik een decom-
pressieduik. De pijl verdwijnt en daarvoor in de plaats verschijnt
de pijl. Tevens klinkt een attentiesignaal. Direct rechts van deze pijl
ziet u de diepte en tijd van uw eerste decompressiestop. In dit voorbeeld bete-
kent <3m 7:> dat u een decompressiestop op 3 meter diepte moet maken en
dat deze stop 7 minuten duurt. Nadat deze decompressiestop is gemaakt ver-
schijnt de volgende (ondiepere) decompressiestop. Wanneer u uw laatste
decompressiestop heeft afgerond verdwijnt de pijl en verschijnt
wederom de pijl, als teken dat u uw opstijging kunt afmaken.
Decompressiestops die dieper zijn dan 27m worden weergegeven als <– – : – – >.
Het decompressiealarm wordt geactiveerd wanneer u een
decompressiestop overslaat. De pijl begint te knippe-
ren en een alarmsignaal is te horen. Door de vorming van micro-
belletjes zal de decompressietijd sterk toenemen wanneer u zich
boven uw decompressieplafond (minimale decompressiediepte)
begeeft. Als u de oppervlakte bereikt met deze waarschuwing
aan zal de pijl blijven knipperen om u te wijzen op
een groot risico op decompressieziekte. U heeft maximaal drie
minuten de tijd om de situatie te corrigeren en af te dalen tot
beneden het decompressieplafond; als u dit niet doet wordt de
SOS-modus geactiveerd (->11).
Als u in totaal langer dan 1 minuut boven het decompressiepla-
fond bent geweest wordt de waarschuwing in het logboek
opgeslagen.
Daal onmiddellijk af tot beneden de voorgeschreven decom-
pressiediepte!
Totaal benodigde opstijgtijd
Zodra decompressiestops noodzakelijk zijn laat de TEC de totaal benodigde
opstijgtijd zien. Inbegrepen in deze tijd is de duur van de opstijging zelf plus de
duur van alle decompressiestops.
De totaal benodigde opstijgtijd wordt gebaseerd op de voorge-
schreven stijgsnelheid en een gemiddeld inspanningsniveau. De
totale tijd van uw opstijging kan veranderen als u niet op exact
100% van de voorgeschreven snelheid stijgt of als uw inspannings-
niveau of luchtverbruik stijgt.
Een totale opstijgtijd van meer dan 199 minuten wordt getoond als
"– –".
Aan het einde van iedere duik met de TEC dient u een veiligheidsstop te
maken van minimaal 3 minuten op een diepte van ongeveer 5 meter.
DECOSTOP
DECOSTOP
NO STOP
DECOSTOP
DECOSTOP
NO STOP
DECO
STOP
CNS O
2
%
%
DECO
STOP
totaal benodigde stijgtijd
%
DECO
STOP
CNS O
2
%
duur van de
decompressie
decompressie-
diepte
4.12 Veiligheidsstop-timer
De veiligheidsstop-timer houdt bij hoe lang de duiker aan het einde van de duik op de voorgeschreven vei-
ligheidsstopdiepte moet verblijven. De timer wordt door de duiker zelf gestart en telt terug naar 0 minuten
vanaf een tijd die te programmeren is met SmartTRAK. Deze kan eindeloos vaak opnieuw gestart worden.
De duur van de veiligheidsstop is in te stellen tussen 1 en 5 minuten (de standaard instelling is 3 minuten).
De timer kan geactiveerd worden als aan de volgende twee voorwaarden
voldaan is: de diepte moet minder zijn dan 6,5 meter en de geen-decompres-
sielimiet moet 199 minuten zijn. De veiligheidsstop-timer is in de Gauge modus
niet beschikbaar.
Activeer de veiligheidsstop-timer door op te drukken. De timer begint
terug te tellen en er wordt automatisch een aandachtspunt aangemaakt in het
duikprofiel.
De timer wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de diepte groter is dan 6,5
meter of de geen-decompressielimiet kleiner is dan 199 minuten.
%
STOP
CNS O
2
%
veiligheidsstopsymbool
resterende tijd
minuten
seconden
waarschuwing voor
overgeslagen
decompressiestop