Operation Manual
20
5 Functies aan de Oppervlakte
UWATEC
®
Smart dive computers
5.1 Het einde van een duik
Na het bereiken van de oppervlakte (ondieper dan 0,8 m) blijft de Smart 5
minuten aan staan. Pas na deze 5 minuten wordt de duik afgesloten en inge
-
voerd in het logboek. Deze periode kunt u gebruiken om uzelf aan de opper
-
vlakte te oriënteren en indien gewenst uw duik te vervolgen.
Een duik wordt na 5 minuten afgesloten en opgeslagen in het logboek.
Voor de berekening van de tijd van het vliegverbod gaat de Smart er vanuit dat
de duiker aan de oppervlakte normale lucht ademt.
5.2 Desaturatietijd Wanneer de duik afgesloten is, ziet u het
DESAT
symbool op het
display, samen met de zuurstofblootstelling en de desaturatietijd in uren en
minuten; deze telt terug naar 0:00. De desaturatietijd wordt bepaald door de
zuurstofblootstelling, de stikstofverzadiging of de afbouw van microbelletjes in
het lichaam; de getoonde tijd is de langste van de drie. De zuurstofblootstelling
(CNS O
2
) telt uiteindelijk terug naar 0%. De desaturatietijd blijft op het display
staan totdat deze 0 minuten bedraagt of totdat u een volgende duik begint.
Om energie te sparen wordt het display drie minuten na de laatste handeling
uitgeschakeld.
5.3 Tijd van vliegverbod
De periode die u minimaal moet wachten alvorens u zich naar een grotere
hoogte boven zeeniveau mag begeven of mag vliegen wordt weergegeven
naast het [NO FLY] symbool. Deze tijd blijft zichtbaar totdat hij 0:00 bedraagt
Als u toch vliegt binnen de tijd van het vliegverbod loopt u een
groot risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood als gevolg
van decompressieziekte.
DIVE TIME
DEPTH
DECO INFO
MAX.DEPTH
%
C
DIVE TIME
DEPTH
DECO INFO
MAX.DEPTH
NO
CNS O
2
%
h
DESAT
h
%
%
C
DIVE TIME
DEPTH
DECO INFO
MAX.DEPTH
NO
CNS O
2
%
h
DESAT
h
%
%
C
Desaturatietijd
Zuurstofblootstelling
Symbool van
vliegverbod
Tijd van vliegverbod
5.4 Waarschuwing voor microbellen Wanneer u herhalingsduiken maakt, kan bij een te korte opper-
vlakte-interval een grotere hoeveelheid microbellen accumuleren in de longen.
Wanneer u een decompressiestop negeert of te snel stijgt kan hetzelfde gebeu-
ren in andere lichaamsweefsels. Om het risico op decompressieziekte voor de
komende herhalingsduik te beperken dient u een voldoende lange opper
-
vlakte-interval te plannen. Als de Smart berekend heeft dat er veel microbellen
gevormd zijn aan het begin van de oppervlakte-interval, zal hij u adviseren om
uw oppervlakte-interval te verlengen.
De resterende duur van de waarschuwing
voor microbelletjes kunt u oproepen door de duikplanner te activeren ->2
9
.
Als de <NO DIVE> waarschuwing zichtbaar is dient u geen herhalingsduiken te
maken en te wachten totdat de waarschuwing verdwenen is.
Als u binnen de periode waarin de waarschuwing aanstaat toch een herha
-
lingsduik maakt, zal uw geen-decompressietijd voor die duik aanzienlijk korter
zijn dan normaal. Indien van toepassing worden uw decompressiestops aan-
zienlijk langer. Ook zal de waarschuwing voor de volgende duik aanzienlijk
langer aanblijven.
DIVE TIME
DEPTH
DECO INFO
MAX.DEPTH
NO
NO
CNS O
2
%
DESAT
h
%
%
C
Microbellen-
waarschuwing
Desaturatietijd