Operation Manual

I Algemene Gebruikershandleiding 45
21.4.3 Slijtage van remvoering
Bijna alle remvoeringen voor velgremmen zijn voorzien
van groeven of inkepingen.
nieuwe remvoering
Of een remvoering is afgesleten, herkent u doorgaans aan
het feit of de groeven zijn afgeslepen of niet meer te her-
kennen zijn.
afgesleten remvoering
Gebruik uw ets niet als de remvoeringen zijn afgesle-
ten. Laat de remvoeringen door een erkende etsen-
maker vervangen.
veerstelschroefveerstelschroef
1 mm 1 mm
Indien nodig kunt u met de veerstelschroef de terugveer-
kracht bijstellen, zodat de twee remarmen symmetrisch
bewegen. Controleer hierna of de rem correct nctioneert
(zie
Hoofdstuk 21.4.1 „Rem bijstellen“).
Wanner de rem niet goed werkt of de remblokjes zo-
ver zijn afgesleten dat een bijstelling niet mogelijk is,
laat u de ets door een erkende etsenmaker contro-
leren en de remblokjes vervangen.
21.5 Schijemmen
Schijem
Bij dit type rem zijn de remschijven aan de naaf en het
remzadel aan het ame of de vork gemonteerd.
Laat de schijemmen door een dealer instellen. Een
verkeerd ingestelde schijem kan ongevallen tot ge-
volg hebben.
Voer na elke instelling een remproef uit door de ets
krachtig naar voren te duwen terwijl u de remhendel aan-
trekt. U mag de ets alleen gebruiken als de ets veilig
kan worden afgeremd.
Schijemmen hebben een inremperiode. De remkracht
neemt in de loop van de tijd toe. Houd hier rekening mee
gedurende de gehele inremperiode. Hetzelfde eect treedt
ook na de vervanging van remblokjes of van de schijf op.