User manual

5.
In welke ruimten
het apparaat
moet worden
geïnstalleerd
6.
Mogelijke
montagelocaties
7. Dit apparaat is ervoor bedoeld om mensen te beschermen tegen acute inwerking va
koolmonoxide. Het biedt geen volledige veiligheid voor mensen met specifieke medische
aandoeningen. Bij twijfel een arts raadplegen.
8. Het apparaat biedt geen bescherming tegen chronische blootstelling aan koolmonoxide. Het
apparaat kan mensen met bijzondere (gezondheids-) risico‘s niet volledig beschermen.
9. Montage van het apparaat mag nooit een vervanging zijn voor correcte installatie, gebruik
en onderhoud van brandstof gestookte toestellen inclusief de bijbehorende ventilatie- en
afvoersystemen.
Veiligheidsinstructies (reiniging en onderhoud, omgevingscondities) Verschillende substan-
ties, dampen of gassen (bijv. reinigingsvloeistoffen, poetsmiddelen, verf, kookdampen, enz.) en
ongunstige omgevingscondities kunnen een kortstondige of langdurige invloed uitoefenen op
de betrouwbaarheid van het apparaat:
1. Het apparaat mag niet bedekt worden met verf of iets dergelijks.
2. Zorg ervoor dat het apparaat niet contact komt met vloeistoffen.
3. Bescherm het apparaat tegen sterke magnetische of elektrische velden, zware
mechanische belasting of trillingen.
4. Verwijder eventueel aanwezig stof halfjaarlijks met een kwast of een licht vochtige doek.
In zeer stoffige ruimten moet het apparaat maandelijks worden gereinigd. Gebruik geen
perslucht!
5. Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan in droge ruimten.
6. Het apparaat niet afdekken. Dit kan de werking van de sensor nadelig beïnvloeden.
7. Neem ook kennis van de paragraaf over in welke ruimten het apparaat NIET moet worden
geïnstalleerd.
Slaapkamers. Monteer in elke slaapkamer een koolmonoxidemelder als er meerdere
slaapvertrekken zijn.
Overlopen en trappenhuizen. Zorg ervoor tenminste één apparaat per verdieping te
monteren. Koolmonoxidemelders kunnen geen koolmonoxide op een andere verdieping
detecteren.
In vertrekken met gasverwarmingen, kachels/fornuizen of open haarden
Garage. Let op: Het uitlaatsysteem van een motorvoertuig kan het alarm activeren.
In ruimten waarin koolmonoxide kan ontstaan.
In meergezinswoningen moet in elke woning een koolmonoxidemelder worden geïnstalleerd
zoals bovenstaand aangegeven.
Wandmontage
Monteer het apparaat nabij gevarenbronnen op een hoogte van 1,5 tot 1,8 meter van de grond.
Bij kookapparatuur moet minimaal een afstand van 1,5 meter worden aangehouden.
Minimaal 30 cm afstand tot het plafond.
Plafondmontag
Het apparaat zo dicht mogelijk bij het midden van een overloop of ruimte monteren. Als dat
onmogelijk is, moet de rand van de melder minimaal 10 cm afstand hebben van elke muur.
Minimaal 1,5 Meter afstand tot hoeken.
Let op, lees voor gebruik of onderhoud de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bewaar
deze instructies om later te kunnen raadplegen! Geef het apparaat altijd met deze
gebruiksaanwijzing door aan derden.
Het apparaat waarschuwt bij het vrijkomen van koolmonoxidegas door onvolledige
verbranding. Deze gevaar kan bijv. optreden bij:
• Verwarmingsketels,
• Gastoestellen,
• Olie-, hout- en gaskachels,
• Draagbare generatoren,
• Gas- of olieverwarmingen
• Grillen,
• Actieve uitlaatsystemen in garages, verstopte rookkanalen en hout- en gashaarden.
Koolmonoxide (CO) is een verraderlijk gifgas. Het gas is kleurloos, geurloos en smaakloos.
CO-gas ontstaat bij zuurstofgebrek (te weinig lucht) door bijv. te weinig luchtoverschot in
verontreinigde kachels of door onvoldoende aanvoer van verse lucht op de opstellocatie van
verwarmingen. Koolmonoxide hecht aan het pigment van rode bloedlichaampjes waardoor
zuurstoftransport wordt geblokkeerd. Dit leidt door verstikking tot bewusteloosheid en de dood.
Hoge concentratie van CO kunnen al binnen enkele minuten dodelijk zijn.
Opmerking: Bij kinderen, zwangeren, ouderen en mensen met aandoeningen aan
hart of luchtwegen kunnen de symptomen sneller optreden. Zelfs lage CO-waarden
kunnen orgaanschade veroorzaken bij ongeboren kinderen.
1. Een beschadigd apparaat onmiddellijk vervangen.
2. Het zelf aanbrengen van modificaties en/of wijzigingen aan het apparaat is verboden omdat
dit tot storingen kan leiden.
3. Dit apparaat is geen vervanging voor rook- of brandmelders!
4. Het apparaat kan geen hitte, rook of andere gassen detecteren.
5. De elektrochemische sensor kan alleen tijdig CO detecteren in begrensde ruimten
(max. 60 m
2
, afhankelijk van de omgevingscondities).
6. Het apparaat 1x per maand testen.
CO-gehalte Symptoom
35 ppm Maximum continu toelaatbare concentratie (gezonde volwassene
gedurende een periode van 8 uur
200 ppm Na 2 tot 3 uur: lichte hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, misselijkheid
400 ppm Na 1 tot 2 uur: Hoofdpijn.
Na 3 uur: Levensgevaar
800 ppm Binnen 45 minuten: Duizeligheid, misselijkheid en stuipen.
Binnen 3 uur: Overlijden.
30084_GS810_Kohlenmonoxid-Melder_mini_UNI_IM_INT_OEF_180312.indd 21 13.03.18 12:14