Operation Manual

www.union.nl | 1110 | www.union.nl
1. Ontgrendel met de bijgeleverde sleutel (A) de batterij en schuif de batterij (B) aan de achterzijde uit de batterijbehuizing
(C).
2. Laad de batterij zoals hiervoor beschreven. Aangezien er warmte vrijkomt bij het opladen van de batterij is het verstan-
dig om de batterij op de juiste plek in jouw huis op te laden en zoveel mogelijk vrij te leggen van andere materialen of
stoffen.
Plaats de batterij in de bagagedrager
1. Schuif de batterij (A) vanaf de achterzijde in de batterijhouder.
2. Vergrendel de batterij met de bijgeleverde sleutel.
Let op! De batterij bereikt pas na 3 laad- en ontlaadcycli zijn volledige capaciteit. Het kan dus zijn dat jouw fiets in het
begin nog niet de volledige actieradius bereikt. Bij normaal gebruik is het beter om jouw accu niet helemaal leeg te rij-
den, maar op te laden op een moment dat het je uitkomt.
Actieradius van de Union E-bike
De actieradius is de afstand die je kunt afleggen met ondersteuning van een volle batterij. De actieradius is
afhankelijk van:
- de keuze van het rijprogramma 1, 2 of 3;
- de bandenspanning;
- de rijsnelheid;
- het gewicht van de berijder en bagage;
- de gekozen versnelling;
- de hoeveelheid tegenwind;
- het aantal start- en stopbewegingen (in m.n. stadsverkeer);
- de stijgingspercentages op het traject (‘berg op fietsen’ kost meer energie);
- de omgevingstemperatuur;
- de leeftijd van de batterij;
- de hoeveelheid kracht die je zelf op de pedalen zet.
In de onderstaande ‘Indicatietabel actieradius’ vindt je de afstanden die je onder bepaalde omstandigheden kunt afleg-
gen. Wij maken je er op attent dat net als batterijen in andere apparatuur ook alle batterijen in fietsen na verloop van tijd
aan vermogen verliezen.
* Als de fiets gedurende 3 minuten niet wordt gebruikt, schakelt de ondersteuning automatisch uit.
Let op! Het display kan niet van het stuur worden afgenomen.
Het aflezen van gegevens op het Revsense display
3. Indicator ‘rijprogramma’
- 1e LED = Trapondersteuning voor grote actieradius;
- 2e LED = Trapondersteuning voor normale rijomstandigheden;
- 3e LED = Extra trapondersteuning bij helling rijden of tegenwind.
4. Indicator ‘Ladingsniveau batterij’
- iedere LED geeft een deel van het ladingsniveau weer.
- 4 LED’s = 100% accucapaciteit;
- 3 LED’s = ca. 75% accucapaciteit;
- 2 LED’s = ca. 50% accucapaciteit;
- 1 LED = ca. 25% accucapaciteit;
- 1 knipperende LED = 0-10% accucapaciteit.
Het gebruik van de bedieningsunit
De bedieningsunit laat zich eenvoudig bedienen. Het per ongeluk verkeerd indrukken van een knop heeft geen ernstige
gevolgen.
Revsense display 4. Indicator ‘Ladingsniveau batterij’ Foto 15
Onderdelen/ bedieningseenheden Gevolg, functie of informatie
1
Bedieningsknop “aan/ uit “* Inschakelen display en trapondersteuning
1x Kort indrukken Display en trapondersteuning worden ingeschakeld
1x lang indrukken Systeem wordt uitgeschakeld
2
Bedieningsknop “mode “
Drukken om te wisselen tussen rijprogramma’s.
1x drukken mode 3 schakelt ondersteuning uit
(indicator van het ladingsniveau blijft zichtbaar) Nog-
maals drukken van de mode bedieningsknop zal het
1
e
rijprogramma weer activeren
Selecteert rijprogramma 0,1,2 of 3
3
Indicator “Rijprogramma”
Geeft geselecteerd rijprogramma aan:
0= geen LED= geen trapondersteuning ,
Wel indicatie ladingsniveau batterij
1=1
e
LED= Trapondersteuning voor grote actieradius
2=2
e
LED= Normale trapondersteuning met gemiddelde actieradius
3= 3
e
LED= Krachtige ondersteuning met kleinere actieradius
4
Indicator “Ladingsniveau batterij”
4 LED’s: ca. 100% belading
3 LED’s: ca. 75% belading
2 LED’s: ca. 50 % belading
1 LED: ca. 25% belading
Voorwielmotor 7A 9A 11A
Aantal wattuur 252 Wh 324 Wh 396 Wh
Actieradius stand 1 40-55 55-75 70-95
Actieradius stand 2 25-40 35-55 45-70
Actieradius stand 3 15-30 20-40 25-50
Uitschakelen trapondersteuning Foto 16 Foto 17 Foto 18
Overzicht informatie- en bedieningseenheden Revsense displayIndicatietabel actieradius
km
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Ideale
omstandigheden
Zware
omstandigheden
stand
1
stand 2
stand 3