Instructions

10
1.3 Condensatoren
Steek de condensatoren in de overeenkomstig gekenmerkte gaten, buig de draden iets uit
elkaar en soldeer deze netjes met de printbanen. Bij de elektrolyt- condensatoren (elco’s)
moet u op de juiste polariteit letten (+/-).
Let op!
Afhankelijk van het merk staan er op de elektrolyt- condensatoren verschillende
polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten geven “+” aan, anderen echter “-“.
Maatgevend is de aanduiding van de polariteit, zoals die door de fabrikant op de elco
gedrukt is.
C1 = 220 µF elco
C2 = 47 µF elco
C3 = 47 µF elco
1.4 Transistors
In deze werkfase worden de transistors overeenkomstig de onderdelenopdruk geplaatst en
op de printbaanzijde gesoldeerd.
Let hier beslist op de positie: de omtrek van de behuizing van de transistors moet
overeenstemmen met die van de opdruk op de printplaat. Oriënteer u hierbij aan de
afgevlakte kant van de transistorbehuizing. De aansluitpennen mogen zich elkaar in geen
geval kruisen, bovendien moeten deze onderdelen met ca. 5 mm afstand tot de printplaat
vastgesoldeerd worden.
Transistor T4 wordt liggend gemonteerd en met de meegeleverde koellichaam samen
geschroefd. Hiertoe moeten de aansluitpennen naar onderen afgeschuind worden.
Vastgesoldeerd worden de aansluitpennen pas als de transistor op het koellichaam
vastgeschroefd is. De opdruk van T4 moet naar boven wijzen (typebenaming moet leesbaar
blijven).
Let op een korte soldeertijd, opdat de transistors niet door oververhitting vernield worden.
T1 = BC 547, 548, 549 A, B of C transistor met klein vermogen
T2 = BC 517 Darlington- transistor
T3 = BC 433, 548, 549 A, B of C transistor met klein vermogen
T4 = BD 433, 435 of 437 Darlington transistor