User manual
De geluidssterkte van de subwoofer en zijn scheidingsfrequentie zijn regel-
baar. De fasepositie kan omgeschakeld (model 50W) resp. geregeld (model
150W) worden.
Ingebruikneming
Om een vakkundige ingebruikneming te garanderen, dient u
voor gebruik beslist deze gebruiksaanwijzing met de veilig-
heidsaanwijzingen volledig en aandachtig door te lezen!
Montage en aansluiting van de subwooferbox
Als bescherming tegen aanraking dient de inbouwversterkermodule
in een luidsprekerbehuizing ingebouwd te worden. Het gebruik zonder
behuizing is niet toegestaan.
Op de luidsprekeraansluiting van de inbouwversterkermodule mogen
alleen subwooferluidsprekers met een minimale impedantie van 4
Ohm aangesloten worden.
Maak in de subwooferbehuizing voor de versterkermodule een passende
opening. Let daarbij op voldoende inbouwdiepte.
Afmetingen van de opening:
187 x 247 mm (model 50W)
238 x 238 mm (model 150W)
Voorzie de randen van de opening of de randen van de inbouwversterker van
afdichttape of derg. voor een luchtdichte afwerking. Anders kunnen stoorge-
luiden door pulserende lucht optreden. Bovendien wordt bij een niet vol-
doende afdichting de lage basweergave beperkt.
Verbind de luidsprekerkabels aan de achterkant van de inbouwversterker-
module met de subwooferbox. Rode kabel = pluspool, Zwarte kabel = min-
pool.
8
Aansluiting van de signaal in- en uitgangen
Let er bij het opstellen resp. monteren van het product op, dat de
netkabel niet geplet of door scherpe randen beschadigd wordt.
De ingangen mogen alleen aan low-level-audiouitgangen resp. aan
luidsprekeruitgangen van audioapparaten aangesloten worden.
Controleer voordat u de aansluiting doorvoert, of de onder
Technische gegevens opgegeven waarde voor de ingangs-
gevoeligheid en ingangsimpedantie met de gegevens van het
aan te sluiten audioapparaat overeenkomt. Anders kan de
inbouwversterkermodule of het aangesloten audioapparaat
beschadigd raken.
Het apparaat welke aan de inbouwversterkermodule aan-
gesloten moet worden, mag tijdens de aansluitwerkzaamheden
niet ingeschakeld zijn.
De inbouwversterkermodule kan via de cinchaansluiting LINE IN (9)
aan een low-level audiouitgang of via luidsprekeringang HI LEVEL IN
(10) aan de luidsprekeruitgangen van een audioversterker aangesloten
worden.
Gebruik nooit beide aansluitmogelijkheden tegelijkertijd.
Aansluiting via cinchingang
Verbind de cinchaansluiting LINE IN (9) met de low-level audio-uitgang van
uw audioversterker.
Gebruik hiervoor een afgeschermd cinchkabel.
Verbind de witte bus met de linker en de rode bus met de rechter audio-
uitgang op de versterker. Gebruik een audiouitgang welke door de volume-
regelaar van de audioversterker beïnvloedt wordt, anders verschuiven zich
de volumeverhoudingen tussen de subwoofer en de luidsprekers bij volume-
veranderingen.
Indien nodig kan het signaal van de audio-uitgang via cinchaansluiting LINE
OUT (9) naar andere apparaten verder geleid worden. Gebruik hiervoor
eveneens een afgeschermd cinchkabel.
Verbind de witte bus met de linker en de rode bus met de rechter audio-
uitgang van het desbetreffende apparaat.
9