Instructions

12
1.4 Condensatoren
Steek de condensatoren in de overeenkomstig gekenmerkte gaten, buig de draden
iets uit elkaar en soldeer ze netjes met de printbanen. Bij de elektrolyt-
condensatoren (elco’s) moet u op de polariteit letten (+ -).
Let op!
Afhankelijk van het fabrikaat staan er op de elektrolyt- condensatoren
verschillende polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten geven “+” aan,
anderen echter “-“. Doorslaggevend is de aanduiding van de polariteit, zoals
die door de fabrikant op de elco gedrukt is.
C1 = 220 µF 35 Volt elco
C2 = 1
µ
F foliecondensator
C3 = 100 µF 16 Volt elco
C4 = 47 nF = 0,047 µF = 473 keramische condensator
C5 = 220 nF = 0,22
µ
F = 224 foliecondensator
C6 = 1 µF 35 Volt elco
C7 = 22 µF 16 Volt elco
C8 = 220 nF = 0,22
µ
F = 224 foliecondensator
C 9 = 1 nF = 1000 pF = 1n0 = 102 foliecondensator
C10 = 100 nF = 0,1 µF = 104 keramische condensator
C11 = 100 µF 16 Volt elco
C12 = 100 nF = 0,1
µ
F = 104 keramische condensator
C13 = 100 µF 16 Volt elco
C14 = 100 µF 16 Volt elco
1.5 Soldeerstiften
De gaten, in welke de soldeerstiften ingezet worden, zijn omrand met een kleine
vierkant. Druk de soldeerstiften vanaf de componentenzijde met behulp van een
vlakbektang in de gaten. Aansluitend worden de soldeerstiften aan de printbaanzijde
gesoldeerd.
4x soldeerstift